Tabel 1. Percentage inwoners, kiesgerechtigd voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, 1894, 1897 en 1913. Dat het kiesdistrict Goes in 1894 het hoogste percentage kiezers had van Zeeland, 10,6 procent van de hele bevolking tegen 8,4 procent in de provincie, moet wel een aanzienlijke basis gehad hebben in de kiesrechtuitbreiding van 1887. Het kiesdistrict Goes bestond uit Tholen, Noord-Beveland en Zuid-Beveland behalve het zuiden van de Zak en het oostelijk deel vanaf Schore en Kapelle. Die twee delen van Zuid-Beveland hoorden bij het district Hontenisse. Het hoge percentage hier moet óf betekenen dat het district relatief welvarend was, óf dat het heel duidelijk een plattelandsregio was, die immers door de criteria voor stemgerechtigdheid werden bevoordeeld. Feitelijk moet het een combinatie van die twee factoren zijn geweest. Het district Oostburg, dus weste lijk Zeeuws-Vlaanderen, was minstens zo'n echte plattelandsregio als het district Goes, maar er was nog geen zeven procent van de inwoners kiesgerechtigd. De welvaart was in die in die regio slechter verdeeld dan hier, wat dus moet hebben meegewogen. Ook het district Hontenisse had minder kiesgerechtigden dan gemiddeld in de provincie en het district Middelburg ook - maar dat moet aan het stedelijk overwicht daar worden toegeschreven. Takkianen en Anti-Takkianen (1894) De jaren 1890 vormen een interessante periode, waarin eigenlijk veel feller strijd werd gevoerd over het algemeen kiesrecht dan voorafgaand aan 1917, toen een politieke deal werd gesloten en alle aandacht vooral ging naar behoud van de Nederlandse neutraliteit in de Wereldoorlog. Waarbij diezelfde oorlog ook nog eens zorgde voor vrees voor opstandige bewegingen onder de maatschappelijke elite. De strijd over de kiesrechtuitbreiding in de jaren negentig kan net zo min als die in de jaren 1880 los gezien worden van andere onderwerpen. Met andere woorden: de sociale kwestie in zijn algemeenheid speelde op de achtergrond mee, zoals ook in 1917 dus nog het geval was. In 1894 deed zich de unieke situatie voor dat heel het Nederlandse politieke land schap verdeeld was in voor- en tegenstan ders van kiesrechtuitbreiding. Er waren Takkianen en Anti-Takkianen en de betref fende spilfiguur was een Zeeuw: J.P.R. Tak van Poortvliet, liberaal minister en voorstander van een flinke uitbreiding van het kiesrecht. Hij was echter nogal dwars en had een wetsvoorstel geformu leerd in termen die tegen de Grondwet Afb. 1. Portret van Joannes Pieter Roetert Tak van Poortvliet (1839-1904), door Adri Bleuland van Oordt (1862-1944). (Wikipedia.) Kiesdistrict 1894 1897 1913 Zierikzee 8,3% 15,5% 19,2% Middelburg 8,1 13,2 18,3 Goes 10,6 13,7 17,0 Oostburg 6,9 13,4 18,5 Hontenisse 7,9 13,2 17,4 Zeeland+Flakkee 8,4% 13,8% 18,1% 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 6