i« eebstk ttet, tr tutiicRti aak njnr wrnATTRF MS& fVtttS KAfcfcfc.
A/5. 3. Prent van Samuel van
Houten ter gelegenheid van
het tot stand komen van het
zogenaamde 'Kinderwetje van
Van Houten'. (Wikipedia.)
algemeenheid. Op het bezwaar van conserva
tieve zijde dat uitbreiding van het kiesrecht
méér socialisten in de Kamer zou brengen,
antwoordde hij eenvoudig: Welnu, zij hebben
daarop recht. De Afscheidingsbeweging die
Littooij vertegenwoordigde was ook veel
meer dan de door Kuyper geregisseerde
Doleantiebeweging, een beweging van
onderop in de kerk geweest.
Kiesgerechtigden
onder de Kieswet-Van Houten
De verkiezingen van 1894 resulteerden in
een kabinet waarin minister Van Houten
gelegenheid kreeg een kiesrechtuitbreiding
voor te stellen waarin positieve criteria
werden gehanteerd. Die criteria lagen op het
terrein van opleiding, vermogen en inkomen
en onder dat laatste viel ook het betalen
van een bepaalde huishuur. De kieswet-Van
Houten uit 1896 verdubbelde het aantal
kiesgerechtigden, zodat voortaan bijna de
helft van de Nederlandse mannen boven de
25 naar de stembus kon.
In het district Goes werkte de wet van de
remmende voorsprong: daar was in de jaren
tachtig al zo'n mooie winst geboekt bij de
toelating van kiezers, dat de marge nu
kleiner was. Het deel van de bevolking dat
mocht stemmen, lag iets boven het Zeeuws
gemiddelde. Alleen het district Zierikzee,
oftewel Schouwen-Duiveland met Flakkee
kwam daar ruim boven uit. In dit district,
deels in Zeeland en deels in Zuid-Holland
gelegen, én in het district Goes was in 1897
meer dan zestig procent van de mannelijke
bevolking kiesgerechtigd. Voor landelijke
begrippen was dat veel.
1S3C 3C*. $7,
L'.iy.. .-«1 i THmpi* iu*- MntaMTUE Sp—jï- 'm
Dt UëiJkifcQtaH»L*t+ £=(üïi# Tin Lcuim
6