Hij doet diverse pogingen om als restaura teur van schilderijen zijn inkomen aan te vullen; opdrachten van de gemeente Hulst en de lokale parochie lijken eenmalig te zijn. De opkomst van de fotografie zit Haak op de hielen, en doet de belangstelling voor zijn geschilderde portretten na circa 1865 afnemen. Met de familie Haak gaat het in de loop van de negentiende eeuw nogal bergafwaarts. De opa van de schilder was nog fabrikant en gemeenteontvanger en Haak's vader overlijdt in 1843 als gemeentesecretaris. Dat is ook het jaar dat Jan Haak bekroond zou zijn met twee Belgische medailles voor zijn schilderijen, een merkwaardige eer die hem al op zeventienjarige leeftijd te beurt Afb. 2. Slot Oostende vanaf de St. Adriaanstraat. (Collectie gemeentearchief Goes.) zou zijn gevallen. Of en waar hij is geschoold is onbekend. Zijn moeder, die een winkel in glaswerk en sterke drank drijft, overlijdt in 1846. Ondertussen is Haak in 1845 dienst plichtig soldaat geworden. Bij zijn inlijving antwoordt hij op de vraag naar zijn beroep: kunstschilder. Uit zijn diensttijd dateren enkele portretten van hoge militairen. In 1848 is Haak terug thuis en verwekt een kind bij Anna Johanna van Mervennee, om vervolgens het jaar daarop met haar te trouwen. Ze krijgen negen kinderen, waarvan er vier jong sterven. Een baantje als ambtenaar zit er voor Jan Haak niet in. Het gezin verhuist regelmatig in Hulst, waarbij elke nieuwe buurt waarin hij met vrouw en kinderen terechtkomt steeds wat minder wordt. Haak is ook huisschilder en 26

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 28