Vier Ambachten te Hulst. Wat er met de
portretten van Willem III en zijn eega is
gebeurd is onbekend.
Aandachtige beschouwing van het schilde
rij levert diverse bijzonderheden op. Het
tafereel speelt in de 'danszaal' in de nieuwe
vleugel van Slot Oostende, gebouwd rond
1860. In 1861 noemt Koens dit zijn nieuwe
achterkamers als hij vergunning vraagt om
hier een stookplaats aan te leggen. We zien
de dubbele deuren in de noordgevel, waarin
links en rechts grote ramen zijn geplaatst,
drie aan de ene kant en vier aan de andere.
Op het schilderij zijn twee ramen zichtbaar.
Het halfronde bovenlicht, nog op een oude
luchtfoto te zien, wordt later dichtgezet.
De deuren zullen verdwijnen als rond 1950
een uitbouw met een nieuw toneel wordt
gebouwd. Op het schilderij geven een violist
en contrabassist hem van katoen. Het
podium heeft een soort afdak en baldakijn,
vermoedelijk bedoeld om het volume van de
muziek wat te versterken. Gezien de vrijwel
gelijke houding van de dansers die voor de
uitgang staan is er sprake van een dansles.
Je kunt je het gestamp van de danslustigen
op de kale planken vloer voorstellen. Een
boer links van de uitgang heeft zijn zwarte
lakense jas uitgetrokken en danst in zijn
fleurig mannenvest, bezet met zilveren
knoopjes. De vrouwen zien er koket uit, met
hun hoofdsieraden, kleine kanten muts en
daarop een strohoedje. De man met sigaar
die centraal voor het podium staat is wel
licht de dansmeester, of Jan Koens zelf. Dat
de boer en zijn meisje links in de zaal het
op een zoenen zetten hoeft niet te verbazen.
De boerenfeesten uit de negentiende eeuw
zijn vaak van een ongekende uitbundig
heid en dartelheid. Pastoors en dominees
krijgen daar pas later meer grip op. Aan
het plafond hangt een fraaie moderne lamp,
die prominent in beeld wordt gebracht. Het
schilderij dateert van 1860 en dat is precies
het jaar dat de Goese gasfabriek begint met
de levering van gas voor straatverlichting en
voor thuisgebruik. In september 1860 vindt
de feestelijke start plaats. De spreekwoorde
lijke fotograaf Louis Kiek komt uit Leiden
naar Goes om van het met gaslampen
verlichte stadhuis een foto te maken. Niet
alleen de danslessen, maar ook de moderne
verlichting met gaslicht van Slot Oostende
kan voor Koens een aanleiding zijn geweest
om dit schilderij te laten maken. Haak is
vermoedelijk hiervoor tussen september en
december 1860 in Goes geweest op uitno
diging van de herbergier. Dankzij Koens
en Haak is dit schilderij er gekomen, 'Dirty
dancing bij gaslicht in Goes'.
Bronnen en literatuur:
Gemeentearchief Goes, Archief Gemeente Goes (AGG),
1851-1919, inv.nr. 277, nr. 359. Correspondentie 1864.
Met dank aan Joost Adriaanse voor het signaleren van
deze brief.
Zie ook inv.nr. 241, nr. 935. Brief van L. Kiek waarmee hij
zijn foto van het stadhuis, gemaakt op 27 augustus 1860,
aan het gemeentebestuur aanbiedt. De foto bleef helaas
niet bewaard.
W.N.Th.M.B. Gielen en A.J.H.M. Prinsen. Jan Haak en zijn
tijd. Johannes Romanus Haak. Kunstschilder in Hulst.
Hulst 2004. In dit boek is de betekenis van het schilderij
nog onbekend.
Gegevens over Slot Oostende in de negentiende eeuw
http://www.historievangoes.nl/19e-eeuw
Gegevens over Jan Haak https://www.zeeuwseankers.nl/
verhaal/jan-haak
28