Dorpsomroeper Wim de Smit Kees van den Bovenkamp We kregen contact met dorpsomroeper Wim de Smit uit Nisse. Deze markante Zeeuw, geboren in 1947, komt op diverse plaatsen in ons eigen land, maar weet ook in het buiten land aandacht te trekken met zijn 'roepen'. Uit de hand gelopen hobby 'In 2004 begon het allemaal. In Nisse werd ik tot dorpsomroeper gebombardeerd, omdat ik zo'n welluidende stem heb. M'n eerste pak in de Zeeuwse klederdracht heb ik gehuurd in Arnemuiden. Op den duur heb ik voor mezelf een exemplaar aangeschaft. Door de gemeente Borsele ben ik tot onbezoldigd ambtenaar uitgeroepen in de functie van dorpsomroeper van de hele gemeente. Daar beleef ik tot op heden nog altijd heel veel plezier aan. Ik runde een promotiebedrijf, waarin het uitoefenen van de functie van dorpsomroeper heel goed paste. Ik kreeg allerlei opdrachten voor gemeenten, voor provincies en voor banken. Vaak werd mij gevraagd om bij activiteiten de opening te verrichten. Dat hield kort gezegd in dat ik een roep deed. Die roep schudde ik vaak zomaar "uit mijn mouw". $*fneettte Afb. 1. Wim de Smit. (Foto K. van den Bovenkamp.) In die beginjaren moest ik eens voor de Rabobank in de Grote Kerk te Goes op de beursvloer komen en werd me gevraagd daarbij ook een roep te doen. Al met al is het voor mij een beetje een uit de hand gelopen hobby geworden.' Wat is een omroeper? 'Toen er nog geen tv en geen radio waren en er ook nog niet veel mensen een krant lazen, mede vanwege het feit dat veel mensen nog analfabeet waren, waren er toch altijd wel berichten te melden over zaken die de mensen in een dorp of in een stad dienden te weten. Een man die kon lezen en schrijven en het liefst ook een duidelijke stem had, werd dan aangesteld als omroeper. De bur gemeester stelde de roep op en de omroeper moest die voordragen op diverse plekken in zo'n plaats. Zo'n omroeper moest van onbe sproken gedrag zijn en mocht zeker geen drinkebroer zijn. Hij werd aangesteld en ontving een bepaalde wedde, vaak een paar gulden op jaarbasis. Voor die tijd - een paar eeuwen geleden - was dat een aardig bedrag. De dorpsomroeper had vaak meerdere functies. Hij was meestal ook klokkenluider, moest de klokken opwinden en was lantaar nopsteker. Een omroeper had een bel of een ratel. Het lag eraan in welke streek hij zijn werk als dorpsomroeper deed. Op de Veluwe had je in bepaalde dorpen een klepper. Men noemde hem daar dan ook de klepperman. In de Betuwe, waar je veel boomgaarden had, gebruikte de omroeper een ratel. Die kon men in de tijd dat de kersen rijp waren, ook inhuren om bijvoorbeeld de spreeuwen uit de boomgaard te verjagen. In kuststre ken waren er veel omroepers die een pan of een blik gebruikten bij hun rondgang. Daar werd de omroepers vaak de "klinker" of de "klinkerman" genoemd. In Rijssen gebruikte de omroeper een pan. De omroeper werd daar "Jan met de pan" genoemd. Zo had elke omroeper zijn eigen attribuut. Ik heb al die attributen in mijn bezit. Zelf gebruik ik bij het merendeel van de roepen die ik doe een toeter.' 29

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 31