Boom en hun nakomelingen steunpilaren van
de katholieke statie Goes in de 17e eeuw...
Over de nakomelingen die als steunpilaren
van de katholieke statie Goes hun steentje
hebben bijgedragen maken wij hier echter nog
een kanttekening. Catharina van Baerlant,
de dochter van Jacob van Baerlant, had haar
kinderen en erfgenamen de verplichting
opgelegd ieder jaar 50,- aan de kerk te
schenken. De graaf van Groesbeek die met
Catharina van Baerlant was getrouwd moest
daarvan de helft (dus 25,-) betalen. Dat deed
hij tot 1696, maar daarna weigerde hij verder
te betalen. De graaf had ook geld geleend van
de kerk, te weten 266 pond 13 schellingen en
4 groten tegen 5% interest per jaar. Tot het
jaar 1700 betaalde hij de interest. Hij was ook
ambachtsheer van Wemeldinge en hij wilde
in die tijd de ambachtsheerlijkheid en andere
goederen verkopen en dan ook zijn schuld
aan de kerk aflossen. De kerk kon echter op
dat moment de schuldbekentenis (obligatie)
niet tonen/overleggen, met als gevolg dat de
graaf weigerde zijn schuld te voldoen. Toen de
kerk een paar jaar later de schuldbekentenis
alsnog vond bleef de graaf weigerachtig zijn
schuld aan de kerk te voldoen en bleef de kerk
met het verlies zitten. Pastoor Claus zegt
daarover onder meer ...eenige iaeren daer
naer de obligatie te voorschein koomende, zijn
alle devoiren in 't werk gesteld, om betaeling
te krijgen, dog te vergeefs, zoo dat dit wederom
een verlies voor de kerke is geweest.28' Het was
dus niet altijd koek en ei!
Heeft Jacob Baerlant de hoeve op de zeer
afgelegen plek in de Moer gebouwd (de hoeve
kan er overigens ook al geweest zijn!), dit met
ook als doel 'in het geheim' de hoeve te laten
gebruiken voor katholieke diensten/bijeen
komsten? We weten het niet en we hebben
hiervoor ook (nog) geen bewijzen gevonden.
Wel weten we dat in de nabijheid van de
hoeve, in Vlake, Yerseke, Tekenburg en Schore,
nogal wat katholieken woonden. Hiervoor
hebben we onder meer het Trouwboek 1666
1784 van de rooms-katholieke landsparochie
Zuid-Beveland en het Doodregister 1697-1766
van de landspastoor van Zuid-Beveland
geraadpleegd. Het valt op dat er voor Yerseke
pas vanaf het begin van de achttiende eeuw
huwelijken tussen katholieken vermeld zijn,
terwijl voor Vlake, Tekenburg en Schore, maar
ook voor Kattendijke, Dijkwel en Kruiningen
ook al in de zeventiende eeuw huwelijken zijn
vermeld. Heeft dat wat Yerseke betreft mis
schien ook nog te maken met de houding van
Esdras Vlasman, die in de periode 1625-1655
de gereformeerde predikant van Yerseke was?
Hij stond erom bekend een felle antikatholiek
te zijn.29) Vlasman zal zijn antikatholieke
houding en gevoelens ook in Yerseke niet
onder stoelen of banken hebben gestoken en
wellicht zijn de katholieken in Yerseke ook na
de periode Vlasman nog geruime tijd extra
voorzichtig gebleven.
In de overlopers van Yerseke hebben we maar
drie keer een baander/pachter van de familie
gevonden waarvan we kunnen aannemen dat
ze katholiek waren. In de overloper van 1679
is Marinus Janse Vette voor een aantal perce
len de baander van de erfgenamen van Jacob
van Baerland. Deze Vette komt ook voor in
het trouwboek van de landsparochie met als
woonplaats Vlake. In diezelfde overloper komt
ook Matheus Antonisse voor als baander van
de familie. Hij wordt samen met zijn vrouw
bij de doop van hun kinderen in het doopboek
van de landsparochie genoemd. Dit met als
woonplaats Irsche en Iersemoer. De overloper
van 1715 noemt als baander Cornelis Raes
voor een aantal percelen van Maximiliaan
van Baerland. Hij komt voor in het trouwboek
van de landsparochie met als woonplaats
Tekenburg. In de hoek voor de Wijdee worden
overigens in de overloper van 1722 en latere
jaren geen baanders bij de familie meer
genoemd (baant selve/baant ijder 't sijne).
In 1735 werden door de familie een groot
aantal bezittingen in Zeeland van de hand
gedaan. Ze woonden toen allang niet meer
in Zeeland. De hoeve in de Yerseke Moer
is toen niet verkocht. Dat gebeurde pas op
4 oktober 1763 op een verkoping door Jan
Baden, de deurwaarder van de Staten van
Zeeland. Er is dan sprake van een gedwon
gen verkoop wegens belastingschulden
door de erfgenamen van Maximiliaan van
Baerland. Maximiliaan was tevens graaf van
Rupelmonde (in het huidige België). Volgens
de leveringsakte van 9 maart 1764 is de
koper Daniel Joosse. Hij koopt een hoefken
met partheijen weij en zaeijland in den hoek
38