Yersekemoer, op de hofstede, aankomende den
WelEd. Heer J. Fransen van de Putte, bewoond
door Johannes Lamper; - schuur, woonhuis en
verschillende beestialen zijn verbrand. Men
meldt dat het vaste en gedeeltelijk roerend
goed, tegen brandschade is verzekerd.
De oorzaak voor alsnog onbekend.
Een triest einde van een hoeve met een
bewogen geschiedenis, die er al zolang was en
op zo'n bijzondere plek in de Moer lag.
Het perceel waarop de hoeve lag is nog tot in
het begin van de twintigste eeuw in eigen
dom gebleven bij de familie Fransen van de
Putte. Daarna zijn de opvolgende eigenaren:
Johannes Carolus Hubertus Hollmann,
ex.deurwaarder en administrateur wonende
te Goes, Anna Carolina Hubertina Hollmann,
wonende te Goes, Yerseke en Noordwijk aan
Zee, Jan en Pieter Bruijnzeel, landbouwers
wonende te Schore, Jan Bruijnzeel, koopman/
veehandelaar wonende te Vlake, Hendrik
(Corneliszoon) Bruijnzeel en Johannes
(Janszoon) Kole, landbouwers wonende te
Schore/Vlake, Marinus Johannes de Jonge,
landbouwer wonende Ovezande, Emile Alex
Karel Eduard van Hootegem, landbouwer
wonende te Kruiningen, Stichting Beheer
Landbouwgronden (S.B.L.), dit is later Bureau
Beheer Landbouwgronden te 's-Gravenhage
en tenslotte sedert omstreeks 1980 de stich
ting Het Zeeuwse Landschap. Bij de invoering
van het kadaster in 1832 is aan het perceel
het kadastrale nummer C 318 toegekend
en dat is zo gebleven tot de stichting Het
Zeeuwse Landschap eigenaresse werd.
Het verhaal is nog niet af
In het hiervoor genoemde boek 1000jaar
Yerseke is op afbeelding 16 de zogenaamde
oude hoeve direct grenzend aan de Reeweg
gesitueerd (perceel 128). Wij menen dat dit
niet juist is. De oude hoeve ligt zoals we
inmiddels weten op een grote afstand van de
Reeweg. Onderzoeker G.D. van Oosten (1881
1967) wist dat ook en noemt in zijn bewaard
gebleven notities eveneens de oude hoeve.
Hij zegt ook dat Johannes Lamper de laatste
bewoner van deze hoeve was. We citeren uit
zijn notities nog het volgende: Deze Lamper
is dezelfde welke zich na den brand dezer
hoeve te Iersche vestigde en berucht werd om
de vele branden welke hem troffen. Meerdere
malen bezocht ik en een tochtgenote op onze
omzwervings door de Vlakke Moeren, dit plekje
wat vanaf de Reeweg per wegeling verder te
bereiken is. De grondvesten der voormalige
gebouwen waren (en zijn nog wel misschien)
duidelijk waar te nemen. Men heeft blijkbaar
niet de moeite genomen alles grondig op te
ruimen. Ja, de gele 'Paasche lelies' bloeien nog
lustig.37
Voor zover we hebben kunnen nagaan
is Johannes Lamper (in 1889 overleden)
in Yerseke op diverse locaties herbergier
Afb. 10. Bezoek van
de plek waar de hoeve
stond, dit op 22 novem
ber 2014 samen met
Baltus Kole. De water
partij rechts op de foto
(de rietput) was er ook al
bij de invoering van het
kadaster in 1832. Baltus
staat op de plaats waar
de hoeve stond.
(Foto auteur.)
43