45
kadaster in 1832 nog niet.
22. C. Dekker, Zuid-Beveland, p. 37 over 'zoekwegen': Het
zijn doodlopende wegen, aangelegd om de exploitatie
van moeilijk toegankelijke landerijen mogelijk te
maken. Men vindt ze op de grote kreekruggen zowel als
in de poelgebieden en ze zullen al wel zijn aangelegd ten
tijde van de kultivering van het land. De Ommeloop lag
op een smal hoog gelegen perceel (kreekruggrond). Ook
nu is dit - landschappelijk fraai gelegen - perceel nog
goed herkenbaar.
23. W.E.P. van Ysseldijk, 1000 jaar Yerseke: Vanaf p. 45 de
perceelsnamen in de hoeken, met op afbeelding 16 de
namen der wegen en de nummers der percelen; perceel
126 is de Om(me)loop.
24. De Everseweg is voor een groot gedeelte een lange,
rechte en ook smalle weg die de Moer doorsnijdt. Voor
zover wij hebben kunnen nagaan is deze weg over een
grote lengte niet op kreekruggrond gelegen. De weg
zou eerst aangelegd kunnen zijn en pas daarna is men
gaan moeren, zodat de veenprodukten via de nieuwe
weg afgevoerd konden worden. Zie in dit verband
C. Dekker, Zuid-Beveland, p. 35. De Everseweg ontleent
zijn naam vermoedelijk aan de Ever, een klein schuitje
dat in natte perioden op dit laagst gelegen gedeelte van
de Moer, en ook elders in gebruik was Bron: Collectie
G.D. van Oosten in ZB Planbureau en Bibliotheek van
Zeeland te Middelburg, inv.nr. 99, schrift VI, bladz. 12.
25. Het boek van G. de Bakker, De bodemgesteldheid van
enkele zuidbevelandse polders en hun geschiktheid voor
de fruitteelt, met een 16-tal bijlagen is in te zien bij ZB
Planbureau en Bibliotheek van Zeeland te Middelburg.
De kartering, gebaseerd op de veldonderzoeken dus, is
in 1947 afgesloten (zie bladz. XI).
26. Geschiedenis van Zeeland, deel IV, 1850-2000, p. 22:
Sinds de bedijking in de twaalfde eeuw zijn
sommige gebieden als Midden-Walcheren, het Lage van
Schouwen en de Yerseke Moer 3 a 4 meter gezakt, van 2
meter boven tot 2 meter onder de gemiddelde zeespie
gel. Op de bodemkaart van G. de Bakker is de bodem
waar de hoeve lag aangeduid als overgangsgrond
(Mot6) zonder veen. In het archief van Het Zeeuwse
Landschap bevindt zich ook een kaart met de veendiep-
ten met hetzelfde resultaat, dus geen veen in de bodem
waarop de hoeve lag.
27. Over de eigendomsoverdracht binnen de familie via
vererving is niet of nauwelijks iets in de schepenakten
van Yerseke te vinden. De informatie in de overlopers
van Yerseke is dan vooral van belang.
28. A.J. Barth, L. van Driel, F.H. de Klerk, Katholiek
Beveland van 1600 - 1738 Kroniek van Claus, uitgave
van gemeentearchief Goes (z.j.), bladz. 77.
29. W. Brand, Monnik in opspraak!, in Historisch Jaarboek
voor Zuid- en Noord-Beveland 1975. In 1636 speelde
er een proces in Goes tegen een in die plaats aan
gehouden franciscaner monnik. Predikant Vlasman
was er zeer op gebrand dat de monnik zou worden
vervolgd wegens overtreding van de plakkaten van
de Staten van Zeeland en speelde in het proces ook
een rol. Uiteindelijk heeft Vlasman in dat proces geen
gelijk gekregen en is de gevangen genomen monnik
vrijgelaten. Hierbij was waarschijnlijk ook van belang
dat de Goese baljuw mr. Jan van Baerland, die in 1629
zijn vader Michiel was opgevolgd, een zekere sympathie
voor het oude geloof had. En dat laatste was natuurlijk
in het voordeel van de gevangen monnik.
30. In de akte van 9-3-1764 staat dat de koper op het
gebruik is gekomen van stonde aan na het geven van
de Palmslag. Hierop hopen wij op een later tijdstip nog
eens terug te komen.
31. Kroniek van Claus, zoals bij noot 28, p. 70.
32. D.M. Martens, Spelerieë, verschenen ter gelegenheid
van het 25-jarig jubileum van de afdeling Zeeland van
de Nederlandse genealogische Vereniging. Martens
noemt de Kroniek van Claus als belangrijke bron van
informatie, p. 156 en 157.
33. CD ROM Kapelle Reimerswaal, uitgave van de
Stichting Genealogische Publikaties Zeeland. Aankoop
Keizersweel: Zeeuws Archief, archief van de gemeente
Kapelle, RAZE 3600, folio 104, 1-3-1748, leveringen
Wemeldinge 1726-1765. Verkoop Keizersweel: idem,
raze 3601, folio 117 (met potlood 91), 16-5-1777, leve
ringen Wemeldinge 1766-1789. Bij de bespreking van
de hoeve tussen de twee bruggen, locatie A, is eveneens
een bewoner/eigenaar van de hoeve Keizersweel
genoemd.
34. Gemeentearchief Borsele, doopboek Nederduits
Gereformeerde Gemeente Hoedekenskerke: Cornelis
Vermaire is op 7-6-1784 te Hoedekenskerke
geboren, als zoon van Adriaan Vermaere en Cornelia
Smallegange. Eversdijk, Bevolking 1811 uit CD ROM
Geteld voor NapoleonCornelis Vermaire is op 1-3-1800
uit Hoedekenskerke in Eversdijk gekomen en heeft
bij Cornelis Witte gewerkt, in: W.E.P. van IJseldijk,
Oude Boerderijen in Zeeland, deel 2: Cornelis Witte
is ook eigenaar geweest van de boerderij Geerhoek in
Eversdijk.
35. Gemeentearchief Goes, aankoop door C. Vermaire
in notarieel archief Goes, inv.nr. 1338, aktenr. 40,
29-2-1820, notaris Leonardus Lankhorst. Meer over
o.a. de meest noordelijk gelegen hoeve in de Spuije,
nr. 95, zomer 2015, Adri Haaij, huwelijksperikelen in
Wemeldinge, echtscheiding en scheiding van tafel en
bed in de achttiende eeuw p. 36-42.
36. We gaan er hierbij vanuit dat Johannes Lamper bij zijn
eerste bod op de hoeve met grond niet uitsluitend een
'inzetprijs' heeft willen doen om een zo hoog mogelijke
verkoopprijs te verkrijgen, maar ook echt de hoeve zelf
in eigendom wilde hebben.
37. ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland te
Middelburg: Collectie G.D. van Oosten, inv.nr. 99,
schrift VI, bladz. 9. In het boek Uit lang vervlogen
dagen Iets uit Yerseke's verleden (1913) noemt Van
Oosten ook de oude hoeve (bladz. 51). De oude hoeve
ligt aan den weg naar Kruiningen (p. 70 en 71). Dit
betreft deels verzonnen verhalen. Bij de gemeente
Reimerswaal is de collectie van onderzoeker Waverijn
aanwezig. Ook Waverijn maakt bij de persoon van
Johannes Lamper de kanttekening de beruchte.
38. W.E.P. van Ysseldijk, 1000 jaar Yerseke, p. 483.484,485.