Zonder ontdekt te worden naderden ze de
Duitsers zo dicht dat ze hen hoorden praten.
Onopgemerkt keerden ze weer behouden
terug bij het haventje. Het resultaat van hun
expeditie was dat Operatie Mallard kansrijk
werd geacht. Onder dekking van de schie
tende tanks en het artillerievuur staken in de
nacht van 2 op 3 november Schotse militairen
bij het landbouwhaventje Zuid-Kraaijert bij
Nieuwdorp, op een smalle en ondiepe plaats
met aanvalsboten het ruim 100 m brede, nog
niet ingepolderde Zuid- Sloe over, om daarna
1000 m ver zo geruisloos mogelijk nog één
uur verder te ploeteren over glibberige slikken
en door kreken vol met water, over de met
vlijmscherp spartinagras begroeide schorren
en door de zompige, zuigende modder, om
tenslotte Walcheren te bereiken. Maar niet
voordat men de smalle aanvalsroute eerst
mijnenvrij had gemaakt en gemarkeerd. De
aanval stond gepland om 2 uur 's nachts,
maar omdat de voorbereidingen meer tijd
vergden begon ze een uur later. De Schotten,
sommige eenheden opgeleid om in de bergen
te vechten en niet op de zompige slikken!,
werden bij deze commando-achtige actie
gegidst door drie ter plaatse bekende leden
van de ondergrondse. Op Walcheren verover
den de Britten ondanks de pas geleverde
zware lichamelijke inspanning onmiddellijk
de Bijleveldhoeve waar een artillerieopstel
ling stond. Het waren wellicht deze kanonnen
die ons eerder die dag onder vuur genomen
hadden. De Duitsers daar waren volkomen
verrast. Ze hadden net een pan met een
pruttelende maaltijdsoep op het vuur staan.
'We hebben toen even een korte gevechtspauze
ingelast om na onze doodvermoeiende over
tocht eerst van de Duitse soep te genieten',
vertelde een Schotse oud-strijder vele jaren
later aan Kees de Kok. Gesterkt door de soep
rukten de Schotten vervolgens op naar de
Sloedam. Ook de Duitsers daar waren onaan
genaam verrast toen ze in de rug aangevallen
werden. De verovering van de Sloedam en de
omgeving was op 5 november een feit.
Wie smult van dit soort verhalen, komt in
dit boek ruimschoots aan zijn trekken en de
opmerking van de schrijver - Ik ben geen
historicus, maar een verhalenverteller die
zijn herinneringen opgeschreven heeft en die
hoeven niet helemaal op waarheid te berus
ten. - moet je daarbij maar voor lief nemen,
evenals enkele taalfoutjes die in het boek
zijn geslopen.
Albert L. Kort
48