vorm zoals hij zich had voorgesteld, een
school onder bestuur van het gevormde
comité en openstaand óók voor kinderen
van minvermogende ouders die niet tot
zijn kerkelijke gemeente behoorden. In
zijn streven zou hij vanaf nu in belangrijke
mate gesteund worden door Cornelis C.
van den Bosch, die als secretaris van het
comité optrad. Van den Bosch was uitermate
standvastig en zeer bedreven in het voeren
van correspondentie.171
Naar Gedeputeerde Staten
Direct na de afwijzing door de gemeenteraad
wendde het comité zich met een verzoek
om bemiddeling tot Gedeputeerde Staten.
Op zijn beurt richtte dit college zich tot
Burgemeester en Wethouders van Goes
met de vraag om een nadere toelichting.
Dit leidde weer tot het inschakelen van de
Plaatselijke Schoolcommissie en dus werd
automatisch schoolopziener Dresselhuis er
weer bij betrokken.
In zijn uitvoerige brief van 10 maart 1851
aan de Plaatselijke Schoolcommissie liet
Dresselhuis zijn ware gezicht zien. Uit zijn
brief citeren we: Vergunne men den eersten
onderteekenaar [lees: dominee De Bruijne]
bij eene Bijbellezing onderwijs te geven naar
Matth. XVI. 13-19, men zal al spoedig
ontwaren, dat hun meer stellis naar de leer
des Bijbels" vrij wel overeenkomt met "leer
stellig". maar tevens, dat adressanten te laag
staan om het geheel te kunnen overzien, en
zich nog daarenboven overgeven aan illusies.
Behalve op dominee De Bruijne richtte de
verbolgenheid van de schoolopziener zich
ook op de secretaris van het comité Cornelis
van den Bosch, lid van een vooraanstaande
familie in Goes en nota bene belijdend lid
In zijn streven naar de stichting van
een christelijke school had dominee De
Bruijne vijf medestanders om zich heen
verzameld en samen met deze gelijk
gestemden een comité gevormd. Om te
beginnen waren dat Pieter Geense en Jan
Karel van Baalen, twee afgescheidenen
van het eerste uur en nu ouderling in zijn
gemeente.
Pieter Geense, geboren 11 december
1777 te Sint Philipsland, wonende in
de Voorstad, wijk E nummer 93 (nu
onbekend), van beroep boomkweker.
Afgescheiden van de Hervormde
Gemeente 29 oktober 1836.
Jan Karel van Baalen, geboren 29
december 1807 te Goes, wonende aan de
Westsingel, wijk E nummer 155 (nu onbe
kend), van beroep koopman. Afgescheiden
van de Hervormde Gemeente 23 juli
1836.
Verder een tweetal lidmaten van zijn
gemeente, Johan Pieter Muller en Pieter
Faberij de Jonge.
Johan Pieter Muller, geboren 29 sep
tember 1814 te Goes, wonende in de Lange
Vorststraat, wijk C nummer 231 (nu
Lange Vorststraat 56), van beroep molen
maker. De datum van afscheiding van de
Hervormde Gemeente is niet gevonden.
Pieter Faberij de Jonge, geboren 21
juli 1810 te Goes, wonende in de Lange
Kerkstraat, wijk C nummer 36 (nu Lange
Kerkstraat 30), van beroep horlogema
ker. Afgescheiden van de Hervormde
Gemeente 11 maart 1837.
Ten slotte merkwaardig genoeg als vurig
ijveraar voor het christelijk onderwijs een
lid van de Hervormde Gemeente in de
persoon van Cornelis Christiaan van
den Bosch, geboren te Rotterdam 13 sep
tember 1807, wonende aan de Zuidelijke
Wal, wijk A nummer 165 (nu Westwal 6),
van beroep boekhouder van de meestoof
De Liefde.
Behalve Pieter Geense hadden ze
allen een gezin met kinderen in de
schoolleeftijd.
8