i
$L'
Afb. 8. Minister van Binnenlandse Zaken dr.
J.R. Thorbecke. Schilderij van J.H. Neuman,
1852. (Bron Wikipedia.)
Hij schreef dat naar het mij voorkomt, uw
adres duidelijk doet zien, dat gij geen ander
bestuur over uwe school verlangt dan over
eenkomstig de wet. De aard van de bijzondere
scholen der 1e klasse brengt mede, dat zij,
mits blijvende binnen de grenzen der verorde
ningen, worden ingerigt, overeenkomstig den
wensch der belanghebbenden.
De argumentatie van het gemeentebestuur
werd door de minister zonder pardon
onderuit gehaald.2®
Het gemeentebestuur overstag
Voor het Goese gemeentebestuur werd het,
nu minister Thorbecke zich zo pertinent had
uitgesproken, duidelijk dat het onmogelijk
was om de volledig afwijzende houding op
het punt van het bestuur van de te stichten
school te handhaven. Echter onmiddellijk het
Afb. 9. De gevelsteen die na de verbouwing in
1895 in de muur van de school werd geplaatst.
Het schoolgebouw bestaat niet meer. De gevel
steen is bewaard gebleven. (Collectie gemeen
tearchief Goes.)
eigen ongelijk toegeven lag niet in de aard
van de heren. Vooral de benoeming van een
onderwijzer, één van de belangrijke taken van
het bestuur, was een heikel punt. Vandaar dat
op 27 november 1852 werd goedgevonden aan
de adressanten te vergunnen het geldelijk en
huishoudelijk bestuur. Iedere betrokkene kon
uiteraard begrijpen dat dit voor het comité
onvoldoende was. Het duurde dan nog tot 19
februari 1853 voordat in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders de beslissing
viel om alle bestuursbevoegdheden aan de
oprichters van de school te laten.27)
Het echec van de schoolopziener
Predikant/schoolopziener/geschiedschrijver
dr. J. ab Utrecht Dresselhuis was een man
van groot gezag. In zijn functie als school
opziener stond hij bekend als de kenner
bij uitstek van de wetgeving, reglementen
en verordeningen op het gebied van het
lager onderwijs. Als predikant binnen de
Nederlandse Hervormde Kerk was hij een fel
tegenstander van alles wat met de in 1834
begonnen en zich sterk uitbreidende
beweging van de Afscheiding te maken had.
11