Afb. 2. Penning 'Non sordent in undis'. (Alle munten collectie Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.) Afb. 3. Erepenning van Karel V met scepter en rijksappel, 1537, voorzijde. Afb. 4. Zilveren penning uit de Provincie Utrecht met een hoed en daaronder de tekst 'Nu de kale Fransen, 1795-1813'. Maar er zijn momenten geweest in het verleden dat er geen of weinig edelmetaal voor handen was en dan werd noodgeld gemaakt. Een beroemd voorbeeld is de Tachtigjarige Oorlog. Ook hiervan worden meerdere voor beelden in de expositie getoond, met als meest exclusief exemplaar het noodgeld geslagen van papier. Bij de schatvondsten springen die in Serooskerke in 1965 en die in Goes in 1968 in het oog. In 1965 werd in Serooskerke tussen de prei een schat gevonden, bestaande uit 1157 gouden munten. Een paar jaar later, in 1968, werd in Goes een schat aan zilver gevonden, aangevoerd door een grindschip. Schoolkinderen roerden de hele grindhoop om, om de muntjes te vinden. Volgens het Penningkabinet in Den Haag waren de zilve ren munten afkomstig uit de tijd van Lodewijk de Vrome, de jongste zoon van Karel de Grote, die van 816-840 keizer was van het Frankische rijk. Het is beslist aanbevelenswaardig om stil te staan bij de penningen. Ze zijn geslagen als erepenning of als herdenking aan bijzondere gebeurtenissen. De meest in het oog sprin gende erepenning vond ik die van Karel de Vijfde uit 1537 met scepter en rijksappel. Hij is van zilver, met een doorsnede van 8 cm, schat ik, bijzonder fraai gemaakt. Maar ook zijn er bijvoorbeeld penningen ter ere van de intocht van Willem III en Mary Stuart in Den Haag in 1677 en de kroning van hem en zijn vrouw als koning en koningin van Engeland in 1689. Maar er zijn nog veel meer interessante pen ningen te zien. Zo is er een penning gemaakt vanwege ongunstige tijdsomstandigheden en naderend gevaar, in 1562, een paar jaar voordat de Tachtigjarige Oorlog uitbrak. En iets later de penning met Zeelands hoop op goddelijke bijstand bij de onlusten die ver wacht werden in 1566! (Het jaar 1568 (Slag bij Heiligerlee) geldt traditioneel als het begin van de Tachtigjarige Oorlog of Opstand.) Tot slot nog een zilveren penning, met de tekst Provincie Utrecht in de Bataafs-Franse tijd met een hoed in beeld en daaronder de tekst En nu de kale Fransen. Wat doet die penning in deze expositie, zou je zeggen? Zeeland was ook onderdeel van de Bataafse Republiek, vandaar. De tekst op de penning is de laatste regel van een bekend spotliedje van vroeger: Hop Marjanneke, stroop in het kanneke Laat de poppetjes dansen Eertijds was de Prins in het land En nu die kale Fransen Dit liedje stamt waarschijnlijk uit de Franse tijd (1795-1813). 'Marjanneke' is een ver wijzing naar de Franse maagd Marianne, die sinds 1792 symbool van dat land is. De 'poppetjes' zijn mogelijk de Franse soldaten, of de Oranjegezinden die door de Fransen werden verdreven. De 'prins' is stadhouder prins Willem V, die na de Franse bezetting in januari 1795 naar Engeland vluchtte. De kaal heid van de Fransen slaat op de afwezigheid van pruiken zoals vóór de Franse Revolutie in Frankrijk in de mode was.* *Bron: Wikipedia: Hop Marjanneke 29

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 31