een hypotheek van 257,- tegen een aflos
sing van 14,- per jaar en een nog resterend
bedrag van 263,- tegen een rentepercen
tage van 5%. De straat Tusschen de Twee
Poorten dankte zijn naam aan de ligging
tussen de St. Maartens- of Donkere poort en
de Hoofd- of Havenpoort.
Gebouwd op een oude kreekrug, dienende als
waterkering met daarachter de Achterhaven
of Zoute Veste, stonden er in 1655 circa 31
woonhuizen met bijbehorende aanbouwen en
schuren. Veel van de bewoners, zoals schip
pers, vissers, zakdragers, scheepstimmerlie
den, één zeilmaker en één herbergier, hadden
een directe relatie met de haven. Daarnaast
woonden er ook nog twee timmerlieden,
één smid, één kuiper, één pottenbakker, één
bakker en één molenaar. Op het Ravelijn
stond de windoliemolen, genaamd Den
Droncker, van de dijkgraaf Jacob Pieterse
(Slip) Sluppe. In iedere woning woonden
complete families van soms tien of meer per
sonen. Ik schat dat er in dit straatje ongeveer
tussen de tweehonderdvijftig en driehonderd
mensen woonden. In combinatie met alle
havenactiviteiten moet het een drukte van
belang zijn geweest.
Compagnonschap
Waarschijnlijk vanwege financiële redenen
en de hoeveelheid werk werd zijn neef
Cornelis Cornelisz., waarmee hij opgroeide in
het gezin van zijn oom en tante, gedeeltelijk
mede-eigenaar van de houthandel.
Cornelis was op dat moment kinderloos
weduwnaar van Maria Heijns, schepen
van Schakerloo en eigenaar van de hoeve
Duivestein, gelegen in de Vijftienhonderd
Gemeten, staande aan de Steenstraat nabij
de stad Tholen. Om deels compagnon te
worden, verkocht hij op 11 maart 1656 de
hoeve, boomgaard en dreef aan Bastiaens
Eeuwouts voor 375,- met een jaarlijkse
aflossing 25,- per jaar. Daarna investeerde
hij een substantieel bedrag in de houthandel,
zodat hij van de inkomsten daarvan in zijn
levensonderhoud kon voorzien. Vervolgens
trouwde hij op 31 mei 1656 te Goes met Sara
Huijssens, de zuster van Cornelia en ging
samen met zijn vrouw, neef en schoonzuster
wonen in het dubbel woonhuis Tusschen de
Twee Poorten.
Door het aangaan van een partnerschap was
er een taakverdeling nodig. Adriaan werd
belast met de inkoop, acquisitie en de boek
houding. Cornelis met de dagelijkse aanvoer,
opslag en verkoop van het hout binnen de
stad Goes en omstreken.
Ten aanzien van het compagnonschap werd
er schriftelijk niks vastgelegd. Blijkbaar
volstond, op basis van onderling vertrouwen,
een mondelinge afspraak.
1e generatie
I 2e generatie
I 3e generatie
Grootouders
Jacob de Vriese
0 1550 1632, Tholen
2e X 1573 Bergen op Zoom--
Babara Jans
3e X 1606,Bergen op Zoom-
Sara v/ d Moelen
0 1570 1635, Tholen
grootvader
Huybrecht Jansen Palinck
0 1570 1619
X1590
Cornelia Marinisse
0 1570 1619
I ouders
I
I oom
Jacob Jacobz. de Vriese
I 0 1590 1651 Tholen
I moeder
Catharina de Vriese
I 0 1607 1636 Tholen
I
I
I X 1627 Scherpenisse
I
I
I vader
Jan Huijsen Palinck
I 0 1600 1646 Tholen
I X 2e 1636 Levina de Clerq
I
I
kinderen
dochter
Cornelia Huijsens Palinck
0 1628 Tholen+ 1687 Goes
X 9-11-1644 Tholen
Adriaen Jacobsz. (den)Harinck(1e houthandelaar)
0 1620 Tholen 1684 Goes
34