Dit zou bij het overlijden van Cornelis en de
afwikkeling van zijn nalatenschap de nodige
problemen geven.
In een periode van 25 jaar bouwden ze samen
een bloeiende houthandel op.
De houtmarkt
Het was niet gemakkelijk om een aandeel
van de houtmarkt te veroveren, die in
handen was van timmermansbazen en aan
nemers. Willem Quirijnse Trouwe, aannemer,
deken van het timmermansgilde en rent
meester van de stad Goes, bezat het grootste
aandeel van deze handel. Natuurlijk zat men
niet te wachten op extra concurrentie en
zorgde men voor de nodige tegenwerking. Zo
diende men namens het timmermansgilde,
arbeidersgilde en het schippersgilde bij het
stadsbestuur meerdere bezwaarschriften in
tegen de nieuwkomers. Ook de buren stonden
bepaald niet te juichen met hun komst. De
houtopslag, het vervoer en de verkoop van
het hout op het plein voor hun woningen,
zorgde voor de nodige overlast.
Om een goede start te maken werden
Adriaan en Cornelis tegen betaling van
2,- in 1657 lid van het timmermansgilde,
bestaande uit 45 leden.
Bovendien pachten ze in 1658 van de stad
Goes, voor 79,- het kaaigeld. Dit gaf hun
het recht tot het innen van accijns op al
het ingevoerde en opgeslagen hout op de
houtkade. Later zouden Adriaan en zijn zoon
Jacob elk jaar wisselend dit recht pachten,
zodat men geen belasting moest betalen over
hun eigen ingevoerde hout. Naast de verkoop
van timmerhout handelde men ook nog in
brandhout, wilgentenen en eikenschors. Toch
duurde het zeker tien jaar voordat men een
substantieel deel van houtmarkt in handen
had. Na het overlijden van Willem Trouwe
kregen ze vanaf 1665 het monopolie voor
levering van hout aan de stad Goes.
Sara Huijsens
Vlak na de geboorte van haar zoon, over
leed op 14 oktober 1664 Sara Huisens, de
huisvrouw van Cornelis Cornelisz. Adriaan
werd aangesteld als voogd over de nagelaten
kinderen Jacob, Barbara en Cornelis.
Ter bepaling van hun legitieme erfdeel werd
voor de weeskamer een inventarisatie
van de boedel opgemaakt. Het zuiver vermo
gen van de totale boedel bedroeg 1.200,-,
waarvan het grootste gedeelte in de
houthandel zat. De kinderen kregen na
$iTi//*Tit 16 so
36