aftrek van het vaderlijk deel (de helft) elk
een som toebedeeld van 200,- en werden
zo deels mede-eigenaar in de houthandel. In
samenspraak met de weeskamer werd beslo
ten dat Cornelis zijn kinderen zou onderhou
den tot volwassenheid of huwelijk, plus nog
een extra toelage van 100,-. Waarschijnlijk
door ruimtegebrek, kocht Adriaan kort
daarna op een publieke veiling voor 110,-
een huis, staande Tusschen de Twee Poorten
nabij de Hoofdpoort, hetgeen hij verhuurde
aan Cornelis en zijn drie kinderen.
Status
Adriaan had toen al een zeker aanzien
verworven, want in 1661 werd hij verkozen
tot diaken en vanaf 1669 meerdere malen
tot ouderling. Later steeg hij steeds hoger op
de sociale ladder. Zo werd hij aangesteld als
bemiddelaar in conflicten tussen bewoners.
In 1670 trad hij toe tot de schutterij De Edele
Busse, uitsluitend bestaande uit de notabelen
van de stad en kreeg vervolgens in 1674 een
erebaantje als buitenregent van het Oude
Manhuis. Cornelis trad wat dat betreft veel
minder op de voorgrond.
Fluitschip
Zakelijk ging het hun voor de wind, hetgeen
bleek uit de toenemende omzet en de schuld
vorderingen vanwege achterstallige beta
lingen. Het afzetgebied dat eerst bestond
uit Goes en omstreken, breidde zich uit
over de eilanden Zuid- en Noord-Beveland,
Tholen, Schouwen en zelfs Vlaanderen. Voor
de invoer van al dat hout, meestal uit de
Baltische of Scandinavische landen, kocht
men 1/8 aandeel in een zogenaamd fluit
schip genaamd De Vreede. Het verkochte
hout werd vervoerd door plaatselijke schip
pers of met paard en wagen.
Jacob Adriaanz.
De oudste zoon Jacob, de toekomstig opvol
ger van Adriaan, trouwde in 1671 met de
dochter van Willem Quirijnse Trouwe.
Uit de nalatenschap van zijn schoonvader
erfde zijn huisvrouw twee huizen op de
irifDTrf /6 5S
jïtif 1
KJ#*"
M óLen
■Hnvrnpootf Uit
Ovflr HJkfJupaaH Of
PcrtHLAJT proar nvt
37