Nieuwe Beestenmarkt en de helft van een schuur op de Houtkade aan de oostzijde van de haven. Verder kocht hij het (nog steeds bestaande) huis genaamd Hoope staande Tusschen de Twee Poorten, nabij de Donkere Poort. Naast zijn werkzaamheden in de houthan del was hij ook compagnon van zijn zwager Marinus Verstelle. Samen kochten ze voor 133-6-8 een paarden(ros)oliemolen staande naast de Donkere Poort en voor 600,- en een schorsmolen aan de oostzijde van de haven, nabij de Bleekveldsepoort. Een oliemolen diende om uit het lijn-, kool- en raapzaad met verticale molenstenen (koller- stenen) de olie te pletten. Een schorsmolen was eigenlijk een gewone windkorenmolen waarvan de molenstenen een grover scherpsel hadden. Bij het malen kwam een bruin poeder vrij, waardoor het vuil en ongezond werk was. Door aan dit poeder water toe te voegen verkreeg men de zogenaamde 'run', dat gebruikt werd als looizuur voor de leerlooi erij en het verduurzamen van zeilen. De eikenschors was een afvalproduct van de houthandel. Einde compagnonschap Na een langdurige ziekte overleed Cornelis in 1679, twee kinderen nalatende. Omdat er alleen mondelinge afspraken waren gemaakt over de maatschap, ontstond er een conflict over het exacte aandeel in de houthandel, behorende tot de nalaten schap van hun vader. Adriaan was sinds het overlijden van hun moeder nog steeds voogd, maar werd als gevolg van dit meningsver schil vervangen door Adriaan Schot, als goede vriend en buur van Cornelis. Rochus Heron, neef van vaderszijde en burge meester van St. Maartensdijk, trad op als bemiddelaar. Adriaan Schot eiste namens de kinderen: 1e De ontbinding en verdeling van de maatschap in de houtnegotie. 2e Dat Adriaan als administrateur openheid moest geven in de boekhouding van de gemene houthandel en daarvan een behoorlijke boedelrekening moest op maken. 3e Het fluitschip liggende in de haven, voor 1/8 deel eigendom van de maatschap, binnen 3 weken publiek te verkopen. Als repliek meldde Adriaan 1e Dat hij op eigen risico de houtnering heeft opgericht. 2e Zijn neef Cornelis zoveel geld heeft ingelegd als nodig was, om uit een gedeelte van de winst van de houthandel zijn gezin te kunnen onderhouden. 3e Dat sinds het overlijden van zijn neef hij heeft voorzien in het levensonderhoud van de nagelaten kinderen Barbara en Cornelis, komende uit de baten van de houthandel. 4e Tijdens het 1e generatie Grootouders Cornelis Adriaenz. 0?1594 +1661Tholen X?1618 Tholen Barbeltge Rocus 0?1599 +1664Tholen 2e generatie Ouders Cornelis Cornelisz. (compagnon) 0?1618 Tholen 1679 Goes X 1e 1649 Tholen Maria Heijnsdr. 0?1618 Tholen 1654 Tholen X 2e 1656 Goes Sara Jans Huijsensdr. Palinck 0 1629 Tholen +1664 Goes 3e generatie Kinderen Barbara 0 1650 Tholen 1652 Tholen Cornelis 0 1651 Tholen 1655 Tholen Jacobus 0?1653 Tholen 1653 Tholen kind 0 1654 Tholen 1654 Tholen Jacob 0 1657 Goes 1673 Goes Barbara 0 1658 Goes +1683 Goes Johanna 0 1662 Goes +1662 Goes Cornelis 0 1664 Goes +1723 Zierikzee 39

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 41