Bij het veer heeft Heystek nog enige tijd met Dieleman gesproken. Andries vertelt tijdens het verhoor te hebben toegegeven dat hij gedurende de opstand voor de parti zanen had gechauffeerd. Hij weet niet hoe de Duitsers aan zijn naam gekomen zijn. Na per boot te zijn overgezet naar Veere, gaan ze per fiets naar Middelburg waar ze worden opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Kousteensedijk. Dieleman en Heystek komen in dezelfde cel. Op zaterdag 9 september wordt Andries weggehaald. Hij wordt naar een van de bunkers van Baskensburg, in Vlissingen gebracht. Een van de gevangenen daar, dhr. Hulstaert, heeft hem daar op die datum gezien. In die gevangenis zitten ook Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer en André Pierets uit Zelzate (België) en Wim Niesthoven uit Middelburg gevangen. Hoe het tussen 9 en 11 september 1944 verder is gegaan weten we niet precies. Waarschijnlijk ging het als volgt: Na Dolle Dinsdag 5 september herstellen de Duitsers in Zeeland zich snel. Kolonel Oberst Reinhardt moet helpen bij de opvang van de duizenden militairen die van de overkant van de Schelde worden aangevoerd. Ook moet hij gewondentransporten richting Brabant organiseren. Bovendien heeft hij de taak in een vrij groot gebied orde en rust te handhaven onder een bevolking die op 5 september de bevrijding zag naderen. Hierbij deinzen de bezetters niet terug voor harde maatregelen tegen personen die wegens (vermeende) handelingen tegen de Duitsers worden gearresteerd. Eén van de middelen was het gebruikmaken van het standrecht: de snelle berechting door militairen of politie ambtenaren, waarbij vaak de doodstraf wordt uitgesproken. Het was ingevoerd tijdens de april-mei stakingen van 1943. Op zaterdag 9 september staan volgens Caesar Hulstaert, hijzelf, Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer, André Pierets (drie Belgische gevangenen), Wim Niesthoven en Andries Dieleman op twee meter van elkaar opgesteld op een terrein voor de bunkers van Baskensburg in Vlissingen. Tussen elk van hen bevindt zich een Duitse soldaat. Hulstaert wordt als eerste binnengeroepen voor wat hijzelf noemt het standgerecht. Het proces tegen hem wordt afgebroken door tussen komst van referent Korte op wie Hulstaerts vrouw een beroep heeft gedaan. Afb. 4. Kazerne Vlissingen, oktober 1944. (Collectie gemeentearchief Vlissingen.) 12

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 14