BATTLE OF TUK SCHEIDT
Afb. 2. Overzicht van de troepenbewegingen van de geallieerden tijdens de Slag om de Schelde.
(Bron: US Army.)
Wat wel een probleem was, was de grote
hoeveelheid voedsel die in de maag van de
altijd hongerige Khan verdween. Toen ook
het voedsel op rantsoen moest, werd dat een
probleem.
Het was een uitkomst dat het Britse leger
omstreeks 1942, via de media, een wervings
actie voor honden opstartte. Khan zou, als
hij door de strenge selectieprocedure kwam,
worden ingezet bij een legeronderdeel. Na
de oorlog zou Khan dan weer terugkomen.
Barrie was in eerste instantie niet te
overtuigen, maar ging uiteindelijk overstag.
Khan werd aangemeld en niet veel later
verruilde hij Tolworth voor het War Dog
Training Centre in Potter's Bar. Met tranen
in zijn ogen nam de toen bijna negenjarige
Barrie afscheid van zijn maatje.
Na zijn training werd Khan als wardog
147 ingedeeld bij het 6th Battalion The
Cameronians in Lanarkshire, Schotland.
Khan en zijn begeleider korporaal Jimmy
Muldoon werden al snel maatjes. Nadat
Khan eerst een poosje in het rustige
Schotland had dienstgedaan werden
Muldoon en hij ingezet op het vasteland.
Via Baarland kwam hij omstreeks
2 november 1944 aan in Nieuwdorp.
En op 3 november 1944 was Khan onder
deel van de eenheid die werd ingezet om de
troepen te ontzetten, die dan al dagenlang
op de veertig meter brede en één kilometer
lange Sloedam vastzaten. Deze manschap
pen die al sinds 31 oktober probeerden
de dam the bloody causeway over
te steken, waren schietschijven voor de
Duitsers. Ze werden beschoten vanuit de
bunkers waarmee de Sloedam werd
verdedigd. Sommige bevrijders waren,
gedekt door de rook, via granaattrechters
tot aan de Walcherse zijde geraakt, maar
zaten daar vast.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat
de Schotten de Canadezen zouden aflossen
op de Sloedam, maar hun commandant
Hakewill Smith voelde daar weinig voor.
Nadat hij informatie had ingewonnen, liet
hij verkenningen uitvoeren om te contro
leren of het mogelijk was het Sloe op een
andere manier over te steken.
22