Afb. 4. Het ruimen van de restanten
van de buitenplaats Zorgvliet, in
Ellewoutsdijk. (Fotoarchief Borsele.)
Er was veel geplunderd in ons dorp. Niet
door Duitsers of bevrijders, maar door het
'gewone' volk dat onderlangs de zeedijk het
dorp in was getrokken. Veel huizen en alle
winkels waren leeggeroofd. Al wist ik daar
toen niets van. Maar ik zie wel de ontred
dering op mijn vaders gezicht nog voor me.
Ook bij ons waren de dieven geweest. Zijn
accordeon was gestolen!
Dat beeld is niet weg te wissen. Het heeft
enorm veel indruk op me gemaakt, die blik
van mijn vader. Hij heeft daarna nooit meer
een accordeon aangeraakt.
Vader vertelde later dat hij voor de oorlog
samen met zijn broers in een bandje speelde.
Op de grote trommel stond: 'Gebroeders
Verheijke'. Oom Jan kon heel goed zingen en
drummen. Oom Piet haalde de centen op!
Ook in onze familie zijn slachtoffers geval
len bij de bevrijding. Opa was gewond door
een ontploffende granaat, maar hij is wel
hersteld. Oom Geleijn, die in de Achterweg
op een boerderij woonde, werd in zijn hart
getroffen toen hij terugging om iets te halen.
Hij zat in het verzet, maar wat hij daar
deed, hebben we nooit geweten.
Hij heeft nooit iets verteld tegen zijn
vrouw of zijn broers. Ook oom Jan, die in
Middelburg woonde, is omgekomen tijdens
de bevrijding.
Vader was er verbitterd over en het heeft
lang geduurd voordat hij kon vertellen hoe
leuk het voor de oorlog was om 'voe den
dans' te spelen. Hij heeft ook altijd een
afkeer van Duitsers gehouden.
Maar een kind blijft spelen. Ik speelde graag
op de brokstukken van de kapotgeschoten
toren van Ellewoutsdijk. Misschien vreemd
als je terugkijkt, maar een kind past zich
snel aan.
Een mooie herinnering van onze terugkeer
is die aan de soldaten die door de straten
van het dorp liepen. Die gooiden sigaretten
en chocolade naar ons. Zo proefde ik voor het
eerst in mijn leven chocolade!
Als ik nu beelden op TV zie van mensen die
op de vlucht zijn voor oorlog en geweld en
ik zie een moeder met een kind, vluchtend
naar een misschien veiliger plek, dan voel ik
nog de angst.
28