voor 't klooster. In de tuin achter 't klooster zaten soldaten met mitrailleurs. Om 12 uur stonden de eerste Canadezen in 't klooster. Toen hebben we gezongen: 't Wilhelmus. Om nooit te vergeten. Henny trad direct op als tolk tussen de Canadezen en Duitse krijgs gevangenen, die alles moesten afgeven. In de loop van de middag gingen we naar huis! Wat een ontroering! We drukten ieder de hand. Maar ons dorp zag er troosteloos uit. Een gedeelte heeft niets geleden. Maar de Derde weg! De kerk had twee voltreffers: een in 't dak en een in de muur. 't Was ellendig. Gelukkig weer wat gerepareerd. Geen huis of de pannen lagen scheef. In onze omgeving geen raam meer heel. Bij ons alleen de twee wc raampjes nog heel. Al onze vitrage aan flarden. In mijn Griekse N.T. een scherf. Henny's horloge gestolen en door de Duitse soldaten, die een paar nachten in huis moeten hebben geslapen, weckflessen leeggegeten. Bij anderen veel meer gestolen en moedwillig bedorven. Je stond te huilen als je 't zag, maar we leefden en dat was het allervoornaamste! We hebben er wel eens aan getwijfeld of we er allen samen door zouden komen. Maar we leefden nog! Aan voedsel hadden we geen gebrek, maar maandenlang hebben we het zonder gas, licht en water moeten doen. En dat vooral in de wintermaanden. De laatste grana ten, Duitse, vielen op de bevrijdingsdag 25 october, toen wij bevrijd waren en alle mensen weer naar het dorp terugkeerden. Toen werd aan de overkant de vrouw van diaken Prevo gedood met haar dochter. 's Zaterdags hadden we weer begrafenis van vier slachtoffers. En toen werd het kalmer en kregen andere plaatsen een beurt. Walcheren heeft het zwaarst geleden: dan de zak van Zuid-Beveland, Ellewoutsdijk, Hoedekenskerke en 's-Gravenpolder. Als vierde gemeente volgen wij. Eén boerderij is volledig verwoest, van een paar andere de schuren geheel afgebrand. Ja, zo vonden we ons huis terug: een bende. Overal glas en granaatscherven. Onze meubels zijn er echter goed afgekomen, alleen in Henny's bureautje zijn scherven doorgedrongen. Van onze kleren en dekens is niets gestolen. En dat alles zonder glas en eind october! We kregen een paar broeikasramen en die werden in de achterkamer ervoor gespijkerd. Voor de rest gingen de luiken dicht, maar met regen droop 't water door het dak en door de luiken naar binnen. Materieel om te herstellen was er niet. Daarvoor was de schade in 't dorp te groot. 't Was één stroom tanks, auto's, kanonnen en troepen door ons dorp. In onze eetkamer, die al gauw een modderpoel was, kregen we negen Canadezen, een predikant, een dokter en zeven soldaten, die in de keuken eten gingen koken, we kregen volop te roken. Vrijdagmorgen hield de predikant een dienst in onze kerk, waarbij ik als organist fungeerde. Zaterdag trokken ze weer verder. We kregen Engelsen, troepen voor kustbe waking, lichte en zware afweer en zoeklich ten. Dat is een blijvende bezetting geweest tot jl. vrijdag. We hebben daar veel plezier mee gehad: de kinderen kregen chocolade, Henny wat zeep en ik sigaretten. 's Zondags deden we onze gewone diensten weer, ook een gemeenschappelijke dienst met Geref, en R.K. De A.R. burgemeester sprak een inleidend woord. De pater gardiaan sprak over "bevrijding" en ik over "vrijheid" en ik moest een delegatie van veertig Engelsen toespreken. Onze hoop, dat jullie nu ook spoedig bevrijd zouden worden, vervloog al spoedig. 't Werd duidelijk dat het om de Schelde ging. Na enige weken kwamen de schepen al aan en we hebben er talloze voorbij zien varen. En verder was de richting West en niet Noord. De rivieren vormden een te grote moeilijkheid. We bleven zo in de frontlinie vlak bij de Schelde en dan Schouwen en Duiveland nog bezet. De mogelijkheid van Duitse vliegtuigen bleef bestaan. Overal in 't land stond afweergeschut. We hebben slechts eenmaal een aanval gehad op 1 jan., waarbij verschillende vliegtuigen werden neergeschoten. 't Werd echter koud. Alle velden stonden vol met palen en de hele bevolking sloeg aan 't stelen, wij incluis. Met den Boer sleepte ik verschillende palen binnen, als 't 's avonds donker was en dat heeft ons voor kou behoed. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 40