In de lucht begon de oorlog steeds tastbaar
der te worden. Op 5 november 1943 stortten
twee Duitse vliegtuigen na een luchtgevecht
neer in de Westerschelde bij het dorp. We
moesten van de meester onder onze bankjes
kruipen. 'Het ene toestel bleef nog lange tijd
bij eb op zijn kop met zijn wielen boven de
slik uitsteken.'
Op 11 april 1944 stortte er een Engelse
Lancaster bommenwerper neer, waarbij
voorgevels van diverse huizen werden
geraakt. Drie dorpsbewoners kwamen om
het leven. 'M'n ouders hadden geen tijd
om op mij te letten, dus ging ik er ook op
af. Ik kwam thuis met een doos vol vlieg
tuigglas en een paar handschoenen van de
gezagvoerder.' Van de zeven inzittenden
verdronken er vijf in de Westerschelde.
Twee overlevenden werden door de
Duitsers ingerekend. 'Toen het vliegtuig
neer was gekomen zag het dorp groen van
de Duitsers, onbekend waar die opeens
vandaan kwamen. Toen waren ze nog gemo
toriseerd.' Lang na de oorlog onthulde men
in het dorp een monument voor dit vliegtuig.
Ook in Waarde lieten de Duitsers in 1944
palen in de polders plaatsen tegen lucht
landingen. De stammen werden met paard
en wagen uit de omgeving van Ossendrecht
en Hoogerheide worden gehaald. Eén keer
mochten Marien en zijn vriendjes mee met
een oom. Een hele belevenis. De jongens
hadden een zak kaf onder zich, omdat het
nogal schudde op de wagen. Op de palen
gezeten kwamen de jongens 's avonds weer
terug op het dorp. 's Nachts stonden de
karren met palen op de boerderij, en dan
verdween er wel eens een paal. Dat was
prima stookhout.
Bevrijding
Tegen de bevrijding, even na Dolle Dinsdag
- 5 september 1944 - vluchtten de Duitsers
weg van het zwaailicht. Andere Duitsers
stonden met een granaatwerper aan de
oostkant van het dorp in een boomgaard.
Er werd niet mee geschoten. Daarnaar en
naar de kerktoren schoten de Canadezen
met granaten vanaf Zeeuws-Vlaanderen,
waardoor huizen rondom de toren schade
opliepen. Vanaf de Oude Rijksweg kwamen
Duitsers naar het dorp om fietsen te 'vorde
ren'. Omdat ze vanaf de molen nogal opvie
len, verstopte iedereen snel zijn fiets. Er
kwamen geen Duitsers via de haven, omdat
die bij elke eb droogviel. Eén keer kwamen
er enkelen met speedboten in de haven,
die na enkele dagen weer verder trokken,
warempel op vrachtwagens.
In de haven lag een schip, hoog geladen met
vlas. Schipper Houssaye uit Breskens durfde
de oversteek niet meer aan, zo vlak voor de
bevrijding. Er kwamen een paar Duitsers
aan op motoren, en die staken het schip in
brand door er een handgranaat in te gooien.
Een Zeeuws-Vlaams vissersbootje in de
haven liep eveneens schade op. Waarde had
geen schepen, alleen een peilboot van de
polder.
Een kennis van Marien, een jongen die
op een boerderij in de Anna-Mariapolder
woonde, zag de Canadezen komen. Alle
katholieke soldaten kregen een benen
kruisje van hun aalmoezenier. De jongen
kreeg er ook eentje, die hij voortaan altijd
bij zich droeg. Als de Canadezen terug
keerden van het front, met gewonden, met
doden, mocht de jongen van vader niet meer
in hun schuur of in de omgeving komen. 'Het
waren soldaten, die kwamen uit Frankrijk,
en die werden onmiddellijk voor de leeuwen
geworpen.' Op Waarde kwamen nu meer
Duitsers, die bij de boeren in de omgeving
waren ondergebracht. 'Bij toerbeurt gingen
die vechten naar de Kreekrak.' Uiteindelijk
verjoegen de Canadezen de Duitsers van
de Kreekrak. Dit was te danken aan een
gedeserteerde Pool in Duitse dienst, die aan
de Canadezen vertelde dat er in Rilland een
munitieopslag lag. Op een zaterdagmiddag
werd dit gebombardeerd; in het dorp vielen
slachtoffers en raakten huizen beschadigd.
Vlak bij Waarde lag het gehucht Gawege,
'waar de huizen zo'n beetje aan de dijk
gebouwd stonden.' Hier bevond zich maar
een handjevol Duitsers, die één mitrailleur
hadden. Daarmee schoten ze over de dijk,
en dan liepen ze een eind verder voordat ze
opnieuw schoten.
43