'In het laatste oorlogsjaar 1944 werden er jongens van 16-17 jaar bij ons ingekwartierd, maar ook mannen van half de vijftig. Triest.' Iedereen werd in dat laatste jaar opgeroe pen voor het Duitse leger. Tijdens die eerste meidagen in 1940 was er een hevig bom bardement op Kapelle. De kerktoren werd beschadigd. Rond de kerk waren winkels en huizen tot aan de lagere school verwoest. Die school werd in 1943 door de Duitsers gevor derd. Voortaan werd er in de kerk lesgegeven. Corrie luisterde veel naar de radio. Ze herinnert zich nog het zangkoor van Jacob Hamel en het voorlezen van Antoinette van Dijk bij de AVRO. Dat waren toen populaire radioprogramma's voor de jeugd. 'Jacob Hamel was een jood en werd al aan het begin van de oorlog ontslagen. Later is hij in Sobibór vermoord.' Iedere omroep had zijn eigen kinderprogramma. De KRO had 'De Wigwam' en de VARA 'Ome Keesje'. Tijdens haar lagere schooltijd speelde Corrie veel buiten met vriendinnen uit de buurt. Toen ze wat ouder werd, beperkte het uitgaan zich tot een wandeling op zaterdagavond met vrien dinnen. Veel mogelijkheden waren er niet. Vanwege de avondklok moest je op tijd binnen moest zijn. En vanwege de vele beschietingen was het gevaarlijk om op straat te zijn. Op Kapelle was een christelijke meisjesvereni ging. Die organiseerde 'toogdagen', dan was er Bijbellezing. Er werden spelletjes gedaan en soms pannenkoeken gebakken. Uitgaan naar een theater of muziekuitvoering was niet mogelijk. 's Zomers werd er voor de meisjes van de meisjesvereniging een bondsdag gehouden. Bij het naar de trein lopen werd een meisje - Nelly Douw - dodelijk getroffen. Spanning De oorlog zorgde voor spanning in gezinnen. Op een dorp als Kapelle bleef de oorlog voel baar. Zo kwam er iedere keer een dorpsgenoot aan de deur voor de collecte van Winterhulp, een NSB-organisatie. De ouders van Corrie gaven iedere keer met tegenzin. Toen haar moeder op een vrijdagmiddag de collectant weer zag aankomen, zei ze: 'Ik geloof dat ik deze keer maar eens niets geef. Het antwoord van de collectant was: "Ik moet je toch niet op de zwarte lijst zetten?'" Op deze wijze werd de druk opgevoerd om toch wat te geven. Afb. 2. Verzetsstrijder J.A. Mol. (Particuliere collectie.) Je kon er ook beter maar niet tegenin gaan. Nu - vijfenzeventig jaar na de oorlog - is Corrie nog steeds terughoudend over gebeur tenissen uit die tijd. Na de lagere school ging Corrie van Boven naar de Burgemeester van Dusseldorp MULO-school in Goes. In haar schoolklas van dertig kinderen waren er zeker zeven van NSB-ouders. Ook was er een NSB-leraar. Op deze school zat ook de zoon van NSB-leider Jan Dekker. Corrie herinnert zich nog dat hij een keer in het uniform van de Jeugdstorm op school kwam. Iedereen zweeg er over. 'Ik had een vriendin die uit een NSB-gezin kwam. We liepen op de markt in Goes en toen kwam ik een vriendin tegen, ook uit een NSB-gezin. Met gestrekte rechterarm riep ze "Heil Hitler". Ik kwam thuis en zei tegen mijn moeder: "Ik wil nooit meer wat met haar te maken hebben." Maar ja, het was een aardig meisje. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2019 | | pagina 9