De volgende middag kwamen er weer auto's
en die brachten Kees en zijn reisgenoten
naar Enschede. Daar werden ze onderge
bracht in een textielfabriek. Ze moesten er
eerst douchen, daarna werden ze door een
dokter onderzocht en kregen ze hun kleren
terug nadat die ontluisd waren. Mensen
die er al langer waren vertelden dat het
maanden kon duren voordat men naar huis
mocht, maar dat gold als regel niet voor
mensen uit de zuidelijke provincies, die
eerder bevrijd waren.
De volgende dag werden namen afgeroepen
van een groep die met een bus via Zevenaar
naar het zuiden zou gaan. Ook de naam van
Kees van de Vrie was daarbij. De bus kwam
in Zevenaar aan en Kees verbleef daar een
paar dagen bij enkele paters. Daarna ging
de reis verder naar Nijmegen. Het leek erop
dat ze daar geruime tijd zouden moeten
verblijven tot verder vervoer geregeld was.
Echter, ineens kwam een vrachtwagenchauf
feur binnen die naar Den Bosch ging en
nog wel wat passagiers mee wilde nemen.
Van die gelegenheid maakte ook Kees van
de Vrie gebruik. In Den Bosch aangekomen
meldde hij zich bij de chef van de repa
triëring en die zorgde ervoor dat hij nog
diezelfde middag met een repatriëringstrein
mee kon naar Bergen op Zoom. Daar
wachtte een feestelijk onthaal en ze werden
ondergebracht in een schoolgebouw waar
ze een bad konden nemen en er werd een
maaltijd opgediend.
Het was een nacht zonder veel slaap, steeds
gingen de gedachten uit naar wat Kees thuis
aan zou treffen. Hij had immers al lange
tijd geen contact meer gehad met familie of
vrienden. Zou iedereen nog in leven zijn en
was alles niet verwoest?
Om half zes op eerste Pinksterdag, 20 mei
1945, stond iedereen op. Om half zeven zou
Afb. 7. Schuilkelder bij luchtaanvallen, Brommygruen Wilhelmshaven, Luftschutzbunker 2.
(Foto: F Laup.)
8