Aan de inwoners van Kwadendamme.
Deze maand zal het tien jaar geleden zijn, dat onze dorps
genoot AHDRIES DE KONING, als verzetsstrijder, zijn leven gaf voor
de bevrijding van ons land.
Om de nagedachtenis aan hem, ook voor het nageslacht, le
vendig te houden, is eon comité gevormd, waarin naast de Seer-
eerwaarde Heer Pastoor ook o.a. onige vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur hebben zitting genomen.
Genoemd comité wil een eenvoudige gedenksteen doen aan
brengen in de naar hem genoemde straat.
Het ligt in de bedoeling van het comité deze gedenksteen
op 4 Mei a.s., op de vooravond van de herdenking van de bevrij
ding van ons land, te doen onthullen.
Teneinde alle inwoners van Kwadendamme in staat te stel
len bij te dragen tot de verwerkelijking van bovenstaand plan,
zullen dezer dagen vertegenwoordigers van de buurtverenigingen
een inzameling met lijsten in het dorp houden.
Wij hopen, dat tl door een milde gave van Uw instemming met
boven genoemd plan zult doen blijken.
HAMENS HET COMITÉ,
H.J.M, Stieger
A.A.J. De Boo
Afb. 4. De brief aan de inwoners van Kwadendamme om geld in te zamelen voor een monument.
Arrestatie en moord
Op 6 maart 1945 werden Geert de Koning
en zijn neef Andries gearresteerd in de
woning van Geert. Ze werden verdacht van
illegale werkzaamheden, onder anderen
nadat door de Sicherheitspolizei een muni
tiedepot was ontdekt bij pastoor Esser van
de Augustinuskerk in Amsterdam, waar
ook zij tweeën waren gezien. Zij werden
afgevoerd naar het Huis van Bewaring aan
de Weteringschans. Tijdens de verhoren die
plaatsvonden hebben noch Dries, noch zijn
oom Geert iets losgelaten en van de hele
ploeg waarbij beiden behoorden, is later
niemand gegrepen. Ze werden wel allebei
op een lijst van Todeskandidaten gezet die
in aanmerking kwamen voor fusillering bij
represailles.
Represailles
Bij een schietpartij op 21 maart 1945 ter
hoogte van Stompetoren door de knok
ploeg Ursum raakten één of meer Duitsers
gewond. De poging van de knokploeg om een
aantal jonge mannen te bevrijden,
die wegens illegaal omzagen van bomen
waren opgepakt, lukte. Dit gebeurde in de
buurt van de boerderij van Mattheüs
J. Koning. Kort voor de overval hadden de
KP'ers hun fietsen daar geparkeerd, wat
direct na de overval als verdacht opviel. Op
24 maart deed de Sicherheitspolizei (Sipo)-
Alkmaar huiszoeking in Konings boerderij,
die sinds september 1944 diende als plaat
selijk hoofdkwartier van de Binnenlandse
Strijdkrachten.
Er werden een kist met onderdelen van een
geallieerd vliegtuig en Amerikaanse olie
(om vuurwapens mee te smeren) aange
troffen. Ook lagen er Duitse stafkaarten
van Noord-Holland, die aan de Wehrmacht
hadden toebehoord, waarop militaire
versterkingen waren aangegeven. De Sipo
stak de boerderij in brand. Op 6 april werd
Piet Koning (zoon van Mattheüs Koning),
onder wiens bed de kaarten waren gevon
den, in Limmen gefusilleerd. Karl Georg
Eberhard Schöngarth, bevelhebber van
de Nederlandse SD, vanaf 1 juni 1944 tot
aan de aftocht in 1945, besliste dat er in
19