Daar lagen vier jachten gereed om hen
de volgende ochtend vroeg naar Goes te
brengen. In Goes waren de voorbereidingen
toen al in volle gang.
De Regeering van Goes en Zuid-Beveland, de
zekere tyding bekomen hebbende, dat hunne
Doorluchtige en Koninglyke Hoogheden,
deeze Stad en dit Eiland zoude bezoeken,
vonden hunne Ed. Groot Achtb. goed, de
nodige toebereidzelen te maaken, en het
vorstelyke Gezelschap op eene hun Charakter
eigen wyze te ontfangen, en zodanig een dag
uittekiezen als het hunne Hoogheden zou
welgevallen, om van Stadsweegen op een
Diné genodigd te worden.2
Marktdag in Goes
De eerste die klaarstond om het gezelschap
in Goes welkom te heten, was de burge
meester, Dignus Cornelis Keetlaer. Vanaf
zijn huis aan de Markt, het latere hotel de
Korenbeurs, wandelde het gezelschap naar
de Grote of Maria Magdalenakerk.
Het moet een bedrijvigheid van je welste
geweest zijn.
Die dag was een dinsdag, marktdag, waar
door er al een grote toestroom van mensen
naar de stad was. Bovendien waren het
garnizoen, de kerkenraden en vele dames en
heren van binnen en buiten Goes uitgetrok
ken om hun opwachting te maken.
Ze vervolgden hun wandeling naar het
stadhuis, waar zij werden welkom geheten
door de stadsregering.
Daar was een middagmaal voor hen bereid
en konden zij plaatsnemen aan twee grote
tafels, gedekt met wel zestig couverts.
In de avond reisden zij per koets naar de
buitenplaats Zomerrust, het Zuidambacht
nabij 's-Gravenpolder, van de heer en
mevrouw Van 's-Graavenpolder. Hier
genoten zij thee en een verfrissing en na een
wandeling keerden zij terug naar de stad
Goes.
Hulde in de Polder
De volgende dag, 12 juli, stond een tour
gepland naar de Reigersbergsche Polder.
Maar voor vertrek beklom stadhouder
Willem V eerst met de twee jonge prinsen
Afb. 5. De grote
Markt, het Stadhuis
en de Grote of Maria
Magdalenakerk
te Goes. Georg
Balthasar Probst,
1743, kijkkastplaat, in
spiegelbeeld, gekleurde
gravure. (ZA, KZGW,
ZI-II-1408.)
I yu.Cto -Mi 'u :a.wc\ Tua •tJ&Mii. H rA-vk »V;j,-i n \-v\
26