To Yerseke is Donderdag de bliksem,
in den toren geslagen, en daar by was, zooaU
later bleek, het uurwerk beschadigd. Het was
blyven stilsta au, en de wyzera op de borden
wezen verschillende uren aan Bovendien
waren de me taal draden, waaraan de gewichten
hangen, vernietigd.
klok en de reepen [touwen] worde toegebracht.
Mocht hij enig gebrek aan de klokken, het
uurwerk of wat daartoe behoort en in de
toren aanwezig is, ontdekken dan zal hij
onmiddellijk hiervan kennis geven aan de
burgemeester.
Artikel 4 verplicht hem het uurwerk op
geregelde tijdstippen op te winden en er zorg
voor te dragen dat het steeds regelmatig
doorloopt. Hij moet zich dagelijks op het
Telegraafkantoor van de ware tijd overtuigen
en daarnaar het uurwerk regelen. Moet de
klok voor- of achteruit worden gezet, dan
moet dat gebeuren des middags voor het
luiden. Hij moet het uurwerk smeren en de
daarvoor benodigde olie tijdig bij de burge
meester aanvragen. Als hij in het donker de
toren bezoekt moet hij steeds een behoorlijk
gesloten lantaarn bij zich hebben. De uur
werkkamer moet hij steeds sluiten wanneer
hij die verlaat.
Artikel 5 verbiedt het stoken vuur en het
roken van tabak in welke vorm dan ook in de
toren. De klokkenist moet dat ook tegengaan.
Artikel 6 schrijft voor dat alleen dienstper
soneel in de toren mag worden toegelaten.
Als er niemand binnen is moet de buitendeur
steeds afgesloten zijn. Als er glasruiten
gebroken zijn moet hij dat de burgemeester
melden.
Artikel 7 zegt dat hij bij ziekte of ontstentenis
ten genoege van de Burgemeester een persoon
moet aanwijzen die in zijne diensten voorziet.
Uit verhalen van mijn moeder, zijn dochter
Anna Steenblok, herinner ik mij dat de
kinderen nog al eens werden ingeschakeld om
te gaan luuje.
In de familie ging het verhaal dat toen er eens
brand was in de toren, er een plek was waar
Afb. 3. Vermelding van de
blikseminslag in de kerktoren
van Yerseke. Middelburgsche
Courant, 10 december 1904.
de brandweer niet goed bij kon. Johannes zei
toen: houd mij aan mijn benen vast dan kruip
ik er zo dicht mogelijk naartoe om te blussen.
Nog steeds volgens het verhaal had deze
poging succes.
Wellicht hangt dit verhaal samen met een
blikseminslag op 8 december 1904. Bij die
inslag werd het uurwerk flink beschadigd.
Het zou kunnen dat er toen ook sprake was
van een beginnende brand.4)
Johannes was op 02-11-1899 gehuwd
met Leuntje Paardekooper, afkomstig uit
Krabbendijke. Hij was 22, zij 24 jaar oud. Ze
kregen zeven dochters. Hij werkte als klerk
op de secretarie. Johannes Steenblok overleed
op 16-12-1911 te Yerseke, 34 jaar oud.5)
Waarschijnlijk heeft Leuntje Paardekooper
daarna de kruidenierszaak van T. Cupéry
overgenomen. Haar dochters hebben die later
voortgezet.
Bronnen:
Gemeentearchief Reimerswaal. Archief gemeente Yerseke.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschie
denis en kunst. Deel VI. De provincie Zeeland, Utrecht 1922.
W.E.P. van IJsseldijk, 1000 jaar YersekeNisse 1973.
ZB Planbureau Bibliotheek van Zeeland, Krantenbank
Zeeland.
Zeeuws Archief, Zeeuwen Gezocht.
Noten:
1. Van IJsseldijk p. 279-285; https://nl.wikipedia.org/
wiki/Sint-Odulphuskerk_(Yerseke); Gemeentearchief
Reimerswaal (GR), Archief gemeente Yerseke 1715-1969,
inv.nr. 546.
2. Van IJsseldijk p. 284-285; Voorloopige lijst p. 87-88. De
bronnen zijn niet duidelijk over het jaartal, 1642 of 1672.
3. Van IJsseldijk p. 285; https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-
Odulphuskerk_(Yerseke); GR, Archief Gemeente Yerseke
1715-1969, inv.nr. 584 en 547.
4. Middelburgsche Courant, 10 december 1904.
5. Zeeuws Archief, Zeeuwen Gezocht, Akten van de burger
lijke stand van Yerseke.
42