Het dagboek van Kees van de Vrie 1943-1945
Jan de Jonge
In de loop van 1943 werden steeds meer
Nederlandse jongemannen opgeroepen
om te gaan werken in Duitsland om de
oorlogsmachine draaiend te houden. Ook
uit Zeeland en de Bevelanden vertrokken
ze naar Duitsland of een van de bezette
landen. Een van hen was Kees van de Vrie
(1922-1984) uit 's-Heer Abtskerke. Hij hield
tijdens zijn verblijf in de Noordoostpolder en
in Duitsland een dagboek bij. Na de oorlog
werkte hij zijn dagboek uit in boekvorm,
maar het is nooit uitgegeven. Wel ver
scheen het in 1954 als vervolgverhaal in de
Noordoostpolderkrant. Dit artikel is geba
seerd op het dagboek van Kees van de Vrie.
Met dank aan de familie Van de Vrie voor
het ter beschikking stellen van de tekst.
De oproep en het verblijf in de
Noordoostpolder
Niet iedereen gaf gehoor aan de oproep om
voor de Duitsers te gaan werken en deed al
het mogelijke om zich er aan te onttrekken.
Ook Kees van de Vrie, uit 's-Heer Abtskerke
werd opgeroepen. Een toen 21-jarige
boerenzoon, die woonde aan wat nu de
Baarsdorpseweg heet, tussen Sinoutskerke
en Baarsdorp. Kees kreeg zijn oproep eind
oktober 1943 en besloot om niet naar de
keuring in Goes te gaan, maar te vertrekken
naar de pas drooggelegde Noordoostpolder
(NOP). Arbeiders die daar gingen werken en
een arbeidscontract tekenden waren vrijge
steld van de Arbeidseinsatz.
Afb. 1. Foto van
Kees van de Vrie
op zijn persoons
bewijs uit 1940.
(Collectie familie
Van de Vrie.)
V).;M
wL iL' t
Afb. 2. Kees van de Vrie (rechts) met vier
andere werkers in de Noordoostpolder, 1944.
De foto is gemaakt met het toestel dat Kees
had meegenomen bij zijn vertrek naar de
Noordoostpolder. (Collectie familie Van de
Vrie.)
Hij was bepaald niet de enige die daar
naartoe ging. Naar schatting zijn gedurende
de oorlogsjaren 20.000 personen gaan
werken of ondergedoken in de polder.
Op 1 december 1943 vertrok Kees. Met de
trein ging het via Kampen en Zwolle naar
Vollenhove en van daar uiteindelijk naar
het arbeiderskamp Zwolse Vaart, niet ver
van Emmeloord, midden in de polder. In het
kamp verbleven ongeveer 250 arbeiders,
verdeeld over vier barakken met ieder acht
kamers voor acht personen.
Het werk dat ze moesten doen was zwaar.
Greppels graven voor de ontwatering van
het pas drooggelegde gebied, alles met de
hand, in de zware klei. Saai werk ook en
na een paar maanden vroeg Kees of hij
mocht gaan werken op een van de nieuw
gebouwde boerderijen. Dat mocht en zolang
hij in de polder was, heeft hij daar bij
boeren gewerkt. Ook zwaar werk, maar wel
afwisselend.
Razzia's, naar Duitsland
Begin augustus 1944 waren de arbeiders
op het land aan het werk toen er gewaar
schuwd werd dat de Duitsers op komst
waren: een razzia.
ras
La -
;\3Kik .ySM», :'i
2