Afb. 10. Straatdiefstal. (Uit: Karakterschetsen, 1841, collectie Historisch Museum De Bevelanden.) Zolang er geen sprake was van uitbreiding van taken, zag de raad geen enkele reden om het salaris te verhogen.28) Pas in 1874 besloot de raad de jaarwedden van de agenten 1e klasse met 100,- te verhogen. De verhoging was voor hun collega's uit de 2e klasse aanleiding om ook met salariseisen te komen. Reeds in 1855 hadden zij een verzoek tot salarisverhoging aan de raad gericht, maar toen hadden ze nul op het rekest gekregen. Ze klaagden dat hun wedde van 150,- veel te laag was om van te kunnen leven. Bovendien waren hun nachtdiensten bijna niet vol te houden. Ten gevolge van de strenge koude en het barre weder in de winter, zo lieten ze het gemeentebestuur weten, is het hun met den besten wil onmogelijk geweest daags na de nachtdienst hunne gewone beroeps bezigheden van welk zij toch ook ten deele met vrouw en kinderen moeten leven te verrigten.29) De agenten 2e klasse zouden echter tot 1877 moeten wachten voordat hun salaris werd verhoogd. In verband met de reorganisatie van de politiedienst die in dat jaar werd door gevoerd en waarbij de agenten der 2e klasse voortaan ook dagdiensten moesten draaien, besloot de gemeenteraad het salaris van een agent 2e klasse op 425,- te brengen. Hiermee kwam hij praktisch op één lijn te staan met een agent 1e klasse.30' Wordt vervolgd. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 27