29 Afb. 5. Katknuppelen. Maar dat kon ook gevolgen hebben, zoals boven weergegeven bij de meiavond. Een pas in de jongerenclub ingewijde jongeman kreeg op zaterdagavond hulp van twee oudere jongens bij het vragen van een meisje. De vraag was dan of de jongeman die avond mocht komen 'opzitten'. Weigerde het meisje dan gingen de drie jongens samen weg, stemde het meisje toe, dan gingen de twee oudere jongens weg en mocht de jongeman het meisje bezoeken als de ouders naar bed waren. Zo kreeg men verkering, maar soms ook een kind en dan moest er getrouwd worden. Bij trouwen verviel het lidmaatschap van de Jonge Jongers want dan ging de man behoren tot het Gilde van de Gelapte Broeken. En dan was er de jaarlijkse kermis. De Jonge Jongers liepen met de vlag voorop naar de klapbank en als die hing was de kermis geopend. Als teken van ongetrouwd zijn versierden de jonge jongens hun hoeden met groene takken of een pauwenveer en maakten een kniegesp los, de meisjes maakten hun schorteslot los. Activiteiten waarbij je indruk kon maken op elkaar waren 'koek kappe', boogschieten en een 'katt' uut de tunne' knuppelen. De ton met een kat erin was opgehangen tussen twee bomen. Knuppels werden naar de ton gegooid. De bedoeling was dat de ton kapot werd gegooid en de kat eruit sprong. Hoe leuk kan dat zijn, dieren in doodsnood brengen. Afb. 6. Koek kappe. Op een gegeven moment werd dierenmis handeling bij wet verboden, wat de reactie ontlokte: Hoezo? Je zoon of dochter, dat mag dan wel? Af en toe lieten de jongers zich van hun posi tieve kant zien. Ze hielpen mee om het dorp te versieren bij Koningsdag, de inhuldiging van de burgemeester of een bruiloft. Ook bij brand of ander onheil waren ze present. Hoe zagen de jongens eruit? In die tijd waren er regels hoe je eruit hoorde te zien, ook voor de mannen. Dus geen experimenten met scheuren in je broek, piercings, hanen kammen of andere dingen van nu, men zocht het in de versieringen van accessoires die men droeg of gebruikte, bijvoorbeeld van horlogesleutels, chatalaines, pijpen, Zeeuwse knopen. Versieringen waar de jongen zich mee kon identificeren, bijvoor beeld een paard of een ploeg, een scheepje, gereedschap, een vrouw. En uitgewerkt naar de middelen van de jongen, eenvoudig of duur(der). Interessant om te bezichtigen en je de wereld van verschil te realiseren met nu. Bronnen: 1. J. Bijlo, Kroniek van Kapelle-Biezelinge en Eversdijk, z.p. 1923. 2. Het verhaal van Pieter Lindenbergh komt uit zijn niet- gepubliceerde memoires.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 31