De vesten van Goes o T-: Frank de Klerk Inleiding Vesten, grachten, poorten, wallen, muren, bruggen, Goes had dit eerst nog niet in de middeleeuwen. De Goesenaars woonden tot na 1400 in een dorp en dat viel voor hen niet mee. Samen met Tholen en Dreischor was Goes in de veertiende eeuw in bezit bij edelman Jan van Blois. Qua ontwikkeling lag het naburige Tholen voor op Goes. In 1366 werd Tholen stad; een jaar eerder had het zich al van verdedigings werken mogen voorzien. Dit kwam omdat Jan van Blois een vijandelijke actie van de heer van Bergen op Zoom verwachtte. Zo kwam Tholen in 1365 al aan zijn grachten en poorten. Het mooie was dat arbeiders uit Dreischor en Goes moesten meehelpen met het graven. Zo konden de Goesenaars alvast ervaring opdoen voor het geval er ook in hun woonplaats een stadsgracht zou komen. De resterende decennia van de veertiende eeuw gingen voorbij zonder dat hier iets van kwam. De ontwikkelingen gingen helemaal niet gunstig voor Goes, omdat het andere grote Bevelandse dorp Reimerswaal, net als Goes diverse privileges aan het opstapelen was. Veel sneller dan Goes werd Reimerswaal de eerste stad van Zuid-Beveland en mocht zich in 1375 van een gracht en poorten voorzien. Daaraan zullen de Goesenaars, groen en geel van jaloersheid, niet hebben mee-gegraven. De eeuwen daarna bleef er rivaliteit tussen beide Bevelandse steden. Reimerswaal werd boven dien de zetel van de belangrijkste regionale rooms-katholieke functionaris, de deken en provisoor van Zuid-Beveland. Dit was een invloedrijke en gevreesde kerkelijke rechter, die de terreinen waarover zijn rechtsmacht zich uitstrekte in zijn eigen voordeel zeer ruim nam. Eeuwenlang zouden de bewoners van Zuid- Beveland naar Reimerswaal worden gedaagd voor zittingen van de provisoor, voor de meest onwaarschijnlijke overtredingen tegen de kerk en de heersende moraal. Goes miste in de middeleeuwen de extra inkomsten die deze rechtszittingen met zich meebrachten. Ook toen Goes allang stad was en ook toen Reimerswaal door de grote overstromingen in de zestiende eeuw bijna onbereikbaar werd, bleef de deken-provisoor daar zitting houden, tot aan de reformatie. De ultieme revanche van Goes op Reimerswaal bestond uiteindelijk uit het kopen van het bordes van het Reimerswaalse stadhuis door Goes in 1632. Reimerswaal, inmiddels diverse overstromingen, branden, verwoestin gen en sloopactiviteiten verder, lag toen als een desolaat eilandje in de Oosterschelde. Met de verkoop van bouwmaterialen werd het lot van de stad bezegeld. De Goesenaars konden de komende anderhalve eeuw hun voeten vegen aan het Reimerswaalse bordes. Goes wordt een stad Terug naar het middeleeuwse Goes. Het dorpsbestuur liep zich aan het einde van de veertiende eeuw het vuur uit de sloffen om dat gewenste stadsrecht binnen te slepen. Nog steeds was Goes eigendom van de familie Van Blois, nu Gwijde. Volgens de kronieken was dit nogal een futloos figuur, die zijn tijd doorbracht Afb. 1. Jacoba van Beieren in het Recuil d'Arras. (Uit: Geschiedenis van Vlaanderen.) 15

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 17