Afb. 10. Ontwerp voor de beplanting van de Oostwal bij de Ganzepoort, door L.A. Springer, 1919. (Collectie gemeentearchief Goes.) Het stadsbestuur kreeg nog een doodsschrik te verwerken toen in de Franse Tijd werd overwogen om van Goes weer een vestingstad te maken. Het stadsbestuur dat luchtspiege lingen kreeg van een stad die bij een beleg zou worden beschoten wist niet hoe snel ze naar Den Haag moesten om dit onzalige plan om zeep te helpen. Dit lukte en Goes werd afge voerd van de lijst van vestingsteden. Vlissingen onderging het droevig lot van een verwoes tende beschieting in 1809 bij de landing van de Engelsen. Er was dan ook geen beletsel om in het midden van de negentiende eeuw de stadspoorten te gaan afbreken. Ook de meest monumentale, de Ganzepoort, viel onder de slopershamer. Alleen de Ganzepoortbrug, de Stenen Brug die rond 1660 van hout in steen was herbouwd, bleef bewaard. Na sloop van de poorten volgde het dempen van delen van de vesten om nieuwe wegen aan te leggen. Het afgraven van gedeelten wal en het dempen van grachten bleek een ideale werkverschaf fing voor werklozen. Op meerdere plaatsen ontstonden fraaie plantsoenen op gedempte stukken gracht. In 1907 werd een eilandje in de Oostvest aangelegd. Het was bedoeld als steunpunt voor een nieuw aan te leggen brug. Van dat plan is echter niets terecht gekomen. De beide ravelij nen, eerder met bedrijfsgebouwen en molens bebouwd, werden nu met woningen vol gezet. Bovendien werd op het ravelijn De Grenadier de gereformeerde Westerkerk gebouwd, op ravelijn De Groene Jager rijkskantoren en een school. De bekende tuinarchitect Springer maakte plannen voor nieuwe beplantingen van de wallen, die voor een deel nog bestaan. De plantsoenen aan de Westwal en de Oostwal moesten later worden opgeofferd aan het moderne verkeer. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 29