ié
Een kasboek lopend van 1 maart 1900 tot 1 maart 1901
Izaak van de Linde noteert als bijzonderheid: Tot
nu toe een buitengewoon koud en droog voor
jaar. In land dat in 't voorjaar geploegd is, komen
maanzaad en suikerpeen slecht op en worden
veel gevreten. En verderop: 28 mei maanzaad
overgezaaid. 28 en 31 mei boonen gezaaid in
omgeploegd vlas. 1 juni geregend, wat goed
kan doen voor dit alles. Na het zaaien wordt er
gewied en de suikerpeen op één gezet.1) Over het
wieden schrijft Van de Linde: Het wieden van niet
vuile suikerpeen besteed a f 2,75. Staan ze wat
vuil dan geeft men f 3,- 't gemet.
Afb. 1. Izaak Dignis van de Linde en zijn echt
genote. (Alle afbeeldingen collectie fam. De
Jonge.)
J. de Jonge, Nieuwerkerk
Een familielid zond mij enkele jaren geleden
kopieën van het kasboek van de vader van mijn
moeder. Ik keek ze in en borg ze op. Tot eind
2017 de vakgroep Financiële Geschiedenis
van de Universiteit Utrecht een onderzoek
startte naar de financiële geschiedenis van de
Nederlandse burger. De opgestuurde kopieën
van mijn opa's kasboek zijn bestudeerd door
deze vakgroep.
Kasboeken en andere stukken over kosten en
opbrengsten van landbouwbedrijven zijn van
groot belang als bron voor het onderzoek naar
landbouwgeschiedenis. Ze kunnen ons veel ver
tellen over de omvang van bedrijven, geteelde
gewassen, arbeidsverhoudingen, het gebruik van
machines en meststoffen enzovoort.
Izaak Dignis van de Linde (1877- 1949), land
bouwer op boerderij Hof van Haamstede,
Prinsendijk te Kortgene, schrijft de inkomsten
en uitgaven op het landbouwbedrijf dat hij
exploiteert in een kasboek. Daarnaast noteert hij
bijzonderheden over de staat van de gewassen,
het weer en dergelijke.
Izaak van de Linde pacht het landbouwbedrijf
van het Kroondomein. De grootte is circa 55
hectare. Van de Linde heeft drie paardenknech
ten en vijf vaste arbeiders in dienst en acht losse
krachten in drukke oogstperioden.
Trekkracht wordt geleverd door zeven volwassen
werkpaarden, daarnaast zijn er twee twenters
(tweejarigen) en twee jaarlingen.
In het voorjaar noteert Izaak inkomsten voor
geleverde tarwe aan zijn knechten en arbeiders.
Deze leveringen gaan het hele jaar door. De
geleverde hoeveelheid varieert van 0,2 mud tot 1
mud per keer.
Uitgaven in deze periode hebben betrekking op
het bemesten van de akkers. Er wordt stalmest
gespreid en guano gestrooid. Guano, gedroogde
Chileense zeevogelmest, werd in die periode
samen met kunstmestsoorten als meststof
gebruikt.
Enkele prijzen:
50 balen kunstmest superfosfaat 136,90
2,75 per baal)
12 balen chilisalpeter 125,90 10,50 per baal)
12 mud turf voor 0,62 per mud
Daarna wordt er gezaaid en gepoot. Uit het
kasboek kunnen we opmaken waaruit het
bouwplan van het jaar 1900 bestaat. De volgende
gewassen worden geteeld: tarwe, gerst, erwten,
haver, suikerbieten, aardappelen, vlas, bruine
bonen, karwij, maanzaad en paardepeen.
Intussen zijn er inkomsten van verkochte
landbouwproducten: tarwe, stro, aardappelen,
pootgoed en erwten, aan diverse kopers.
Enkele prijzen:
1 mud bruine bonen 8,- per mud
1 mud tarwe 6,50 per mud
1 mud aardappelen 1,20 per mud
Eind juni begint de oogst met het snijden van
het karwij. Mannelijke arbeiders ontvangen voor
dat snijden 1,20 per dag, vrouwelijke 0,80.
Jongens en meisjes naar rato. Er is 8,8 gemet
karwij gezaaid, dit blijkt uit de rekening van de
ingehuurde maaier.
28