Bron: GA Goes, jaarverslag gemeente 1920.
Niet alleen de salarissen werden in de eerste
jaren na de oorlog verhoogd, ook het aantal
politieagenten werd net als in veel andere
steden in het land uitgebreid. Goes kreeg er
in 1918 drie agenten bij en twee jaar later nog
eens vijf. In 1920 bestond de politiemacht in
Goes naast de commissaris uit één hoofdagent
en vijftien agenten.44) Hun namen, functies en
verdiensten zijn in onderstaande tabel vermeld.
Reeds in 1923 begonnen er bij het gemeen
tebestuur echter twijfels te ontstaan over het
nut van de omvangrijke politiemacht. Uit een
door de financiële raadscommissie ingesteld
onderzoek naar de sterkte en kosten van de
politiekorpsen in vergelijkbare gemeenten, was
gebleken dat het Goese korps te groot was.
Zo had Enkhuizen één inspecteur en zeven
agenten, Zierikzee één commissaris en acht
agenten, terwijl Steenbergen het met acht
veldwachters afkon. De conclusie van de com
missie liet aan duidelijkheid weinig te wensen
over: De commissie ziet de noodzakelijkheid
van het groote aantal agenten niet in. Goes
is een plaats met een zeer rustige bevolking,
zonder industrie van beteekenis, waardoor
wellicht een groote politiemacht noodzakelijk
zou zijn. Daarom stelde de commissie voor om
de omvang van het korps tot acht agenten te
reduceren. Raadslid Labrijn juichte het voor
stel toe: In zooveele andere gemeenten, waar
de onveiligheid grooter is, zijn minder agenten,
en Goes is een rustige plaats. Er wordt veel
dienst gedaan, welke overbodig is. Voor de
RHBS b.v. is een politieagent geposteerd; zoo
iets heeft spreker nog nimmer in een andere
plaats gezien. Ook raadslid Goedbloed vond
dat het aantal agenten drastisch moest
worden ingekrompen. Goes gaf in zijn ogen
veel te veel geld uit aan politie. In Terneuzen
hadden ze minder agenten en dat gaf toch ook
geen problemen? Ook vond hij een politie
commissaris voor een stadje als Goes onnodig.
Een inspecteur in plaats van een commissaris
zou volgens hem beter, want goedkoper, zijn.
Goedbloed kreeg bijval van Van Poelgeest.
Dit raadslid vroeg zich af of het nodig was
om agenten naar het perron te sturen iedere
keer wanneer daar een trein arriveerde. En
dat er agenten waren die op schoolpleinen
surveilleerden vond hij al helemaal te gek voor
woorden.
Raadslid Vienings wilde echter van een
inkrimping van het politiekorps niets weten en
waarschuwde tegen de bezuinigingsmotieven
die aan een dergelijke maatregel ten grondslag
lagen. Men moet zorgen, zo was Vienings' stel
lige overtuiging, dat de zuinigheid de wijsheid
niet bedriegt. Wat het toezicht op de scholen
betreft, kan spreker iederen dag constateeren
dat zulks dringend noodig is. Voor de jeugd is
niets heilig, en de boompjes in de plantsoenen
zijn het slachtoffer van haar vernielzucht.
Surveillance op het perron was volgens hem
eveneens noodzakelijk: Het is herhaaldelijk
voorgekomen dat door de politie individuen
die met de trein arriveerden, werden gevolgd,
en dat bij een ingesteld onderzoek bleek dat zij
een en ander op hun kerfstok hadden.
Tabel 1: Het Goese politiekorps anno 1920
Naam
Functie
Salaris
(in
E.C.Wierts van Coehoorn
Commissaris
2.900
D. de Gooijer
Hoofdagent
1.925
M.J.C. Moens
Agent
1.875
J.A. Dootjes
Agent
1.875
P. Zandee
Agent
1.875
W. Vermeer
Agent
1.775
M.A. Doremalen
Agent
1.575
J. Schouwenaar
Agent
1.895
A.J. Guiran
Agent
1.575
J. Saaman
Agent
1.575
Anth. de Korte
Agent
1.575
J. Bil
Agent
1.675
A.G.W. Kort
Agent
1.575
E.J. Gelok
Agent
1.625
G. Hoek van Dijke
Agent
1.575
A. Slotboom
Agent
1.625
M.G.J. Contant
Agent
1.575
7