Kornelia Dirkje
Het beeldje in het museumcafé,
naast de wand met schilderijen
Hester van Rees
Links van de schilderijenwand in het museumcafé
in het Historisch Museum De Bevelanden staat,
half in het donker, een klein beeldhouwwerk.
Het gaat om een eenvoudig geklede vrouw met
plompe schoenen aan, die naar een jurkje kijkt
dat ze met beide handen vasthoudt. Een intrige
rend beeld.
Het is gemaakt door Anneke Nonnekes. Het toont
een weeshuiskind, maar niet zomaar een kind.
Het is haar tante! Kornelia Dirkje is in 1917 in het
weeshuis terechtgekomen op dertienjarige leef
tijd, samen met haar drie broers. De oudste broer
-toen 12 jaar-is later de vader van Anneke
geworden. Hun vader was in 1916 overleden en
kort erop ook hun moeder en zo zat er voor de
kinderen niet anders op dan het weeshuis in te
gaan. Anneke heeft de omstandigheden in
het weeshuis dus uit eerste hand kunnen
horen, alhoewel... haar vader vertelde er
weinig over. Hij zei weieens dat hij een
hekel had aan rijst eten en aan elke dag
van de week een vast menu. Ook hoorde
ze dat jongens op eenentwintigjarige leeftijd
uit het weeshuis gingen om een baantje en
een kosthuis te zoeken en zo was het ook
met de vader van Anneke. Hij vond een
kosthuis, is daar jarenlang in de kost
geweest om uiteindelijk te trouwen
met de dochter van de hospita, de
moeder van Anneke. Over de omstan
digheden in het weeshuis sprak hij
met geen woord. En Anneke vroeg er
niet naar, als kind weet je niet beter.
Maar door de jaren heen kwamen
geleidelijk toch verhalen los en is
Anneke in de notulen van het wees
huis gedoken. Zo las ze dat haar
tante Kornelia Dirkje al in 1923 het
weeshuis heeft verlaten, min of meer 'opgeëist'
door haar tante, die een zadelmakerij had in de
Nieuwstraat in Goes en personeel nodig had voor
het huishouden en de winkel. Het kwam wel
vaker voor dat men inging op verzoeken van
familie. Dat gebeurde ook toen, maar van
deze tante was bekend dat ze een zeer
onaangenaam karakter had. Anneke, die deze
tante ook kende noemde haar stilletjes de 'heks'.
In de weeshuisnotulen van augustus 1923 is te
lezen dat Keetje schoorvoetend "ja" had gezegd
toen zij van het verzoek op de hoogte werd
gesteld. En verderop; Bovendien zal aan Keetje
worden gezegd dat, als ze het bij haar tante niet
gewoon kan worden, zij naar het weeshuis terug
mag keren. Een ongebruikelijke toevoeging,
mogelijk ingegeven door kennis van het karakter
van deze vrouw. Maar Keetje was
gehoorzaam en is gebleven. Wat
had ze ook kunnen doen? Je schik
ken in je lot was het enige. Ze
heeft daar gewerkt tot ze 55
was, 35 jaar. Toen overleed
haar tante en werd de
zaak verkocht.
Het jongste broertje, dat
inmiddels in Maassluis
woonde hielp haar
aan een baan, ook in
Maassluis. Ze kon huis
houdster worden bij een
weduwnaar en met hem
en zijn familie kreeg ze
een hele goede relatie.
In Maassluis ontmoette
ze zelfs haar vriendin
uit het weeshuis
die ze jarenlang
niet gezien had en
toevallig in de buurt
bleekte wonen.
Afb. 1. Het beeld van
Kornelia Dirkje in het
Historisch Museum
De Bevelanden, door
Anneke Nonnekes.
(Foto Adri Nonnekes.)