VERLANDINGSPROCES WEST ZUJD BEVELAND N»r V,d. Ven 1993 trt 0# Sunt ZOOS. Afb. 3. Het verlandingsproces is hier grafisch weergegeven voor het gebied van west Zuid-Beveland. Hierop zien we het inklinken van de veenkoepel en vanaf ca. 1150, de overstroming daarvan bij het gemiddelde hoogwaterniveau (GHW). Naar Van de Ven 1993 en de Bont 2009. (Chamuleau 2016, in bewerking. Hoofdstuk het onbedijkte land, paragraaf de verlanding en bijlage 3: schema verlanding.) t.rp t.ao i.on mr-i*f lc.v. NAP C'.ttt ülfkV m Uw NAP C.WN mlpv KAV ÖLWrqftW NAP w-niLum wffldaf sririHvti tna*. vchofrhn?» j Bi>| i*H> pwH Uit de locatie van de twaalfde-eeuwse interlo kale dijken kunnen we drie beschermingsstrate gieën ontdekken: 1. De Polderse-/Grote Dijk is aangelegd om het weide- en moerneringsgebied van de Poel in te sluiten. 2. De dijk die is aangelegd tussen Wemeldinge en Goes is aangelegd om het aangetaste moerneringsgebied buiten te sluiten en de landbouwgronden op de kreekruggronden te beschermen. 3. De dijk langs de oostkust van Walcheren is als 'defensieve' dijk aangelegd, mede met als doel de nadelige gevolgen van de kusterosie tegen te gaan. De Poldersedijk/Grote Dijk was onderdeel van een beschermingsmaatregel voor lokaal economisch belangrijke activiteiten. Ze lag langs de westkust van Zuid-Beveland, op de grens met het Zwakegebied. Langs de westkust van Zuid-Beveland was de Zwake in de twaalfde eeuw sterk aan het verzanden. De zandplaten in de Zwake boden als voorland voldoende bescherming voor de eerste dijk. Het is zeer aannemelijk dat de lokale ambachtsheren, zoals de heren van Schenge, met hun ervaringen grote invloed hebben gehad op de realisatie van de dijk. Het oudste dijkje dat hier tijdens het archeo logisch onderzoek is aangetroffen onder de huidige Poldersedijk, had als afmetingen een hoogte van circa 2 meter en een aanlegbreedte van circa 8 meter. Dit werd beschermd door gestapelde zoden aan de zeezijde. De dijk is daarna negen keer aangepast. Hierbij zijn diverse dijkbeschermingsmethoden toegepast. De Poldersedijk heeft nu ter plaatse van het onderzoek een kruinhoogte van circa 4,5 meter boven NAP en een aanlegbreedte van circa 25 meter. Hieronder zal nader worden ingegaan op het historisch en archeologisch onderzoek. Aanpassingen aan de dijk De Poldersedijk/Grote Dijk ligt dus langs de westrand van de Poel, nu een laaggelegen weidelandschap waar grote delen van het Hollandveen met slechts een geringe laag klei grond is afgedekt (laagpakket van Walcheren genoemd). Dit is het zogenaamde oudland dat nu op een niveau tot ver onder NAP ligt. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw stond het gebied bekend als een heggenlandschap met laaggelegen weilanden die in de winter onder water stonden. Dit was al eeuwen het geval. Nadat de twaalfde-eeuwse interlokale dijk rond de Poel was aangelegd is de veenhoudende bodem sterk ingeklonken en kon het zeewater 19

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 21