In Zeeland is niet eerder in een nog functio nerende binnendijk een dijkje uit de twaalfde eeuw terug gevonden. Ook zijn niet eerder de omstandigheden van het bedijken op deze wijze onderzocht. De negen aanpassingen van deze dijk zijn voor Zeeland uniek te noemen. De dijk krijgt daardoor een hoge cultuurhistorische waardering. Geraadpleegde literatuur en bronnen: Actuele hoogtekaart Nederland. AHN 2. (internet). Baeteman, C., De laat holocene evolutie van de Belgische kustvlakte: Sedimentatieprocessen versus zeespiegelschom melingen en Duinkerke transgressies. Belgische Geologische Dienst, 2006. Bennema, J. en Van der Meer K., Bodemkartering van Nederland, bodem van Walcheren; Stichting Bodem Kartering, Wageningen 1952. Brand, K.J.J., over het ontstaan en de ontwikkeling van de Hont of Westerschelde. Zeeuws Tijdschrift 1983/3. p. 99-110. Chamuleau, S.J.J., Poldersedijk, de oudste dijk van Zuid- Beveland. In bewerking 2016. Dekker, C., Zuid Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen, Assen 1971. Dekker, C., Een Zeeuws dorp in de Middeleeuwen, Wemeldinge voor het jaar 1600, Goes 2007. Ferguson, H.A., Dialoog met de Noordzee. Tweeduizend jaar deltawerken, Hippolytushoef 1991. Henderikx, P.A., Land, Water en Bewoning. Waterstaat en nederzettingsgeschiedenis in de Zeeuwse en Hollandse delta in de Middeleeuwen, Hilversum 2001. Jongepier, J., Archeologisch onderzoek Marktplein Biezelinge; de Spuije afl. 79, Goes 2010. Jeuken e.a., Inventarisatie historische ontwikkeling van de hoogwaterstanden in het Schelde estuarium. Rijkswaterstaat RIKZ rapport Z 4384. Kraker de, A.M.J., De Westerschelde, een water zonder weerga, Kloosterzande 2002. Lases, Wil B.P.M. en de Kraker Adriaan M.J., De Westerschelde, natuurlijk? Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis. Jaargang 2009 nr. 2. Leenders, K.A.H.W. De dynamiek van land en water en de verdronken oorden in westelijk Noord-Brabant. Meer, K. van der e.a., De Bodemgesteldheid van de Brede watering bewesten Yerseke, Wageningen 1952. Oele, B., Het Rozemarijndijkje; Een onderzoek naar het oudste dijkje van Goes, Historisch Jaarboek voor Noord- en Zuid-Beveland 1980, p. 34-38. Rombaut, H. Getijden op aarde. Beschouwing over de dage lijkse getijdenwerking in relatie tot de loop van de Schelde tijdens het eerste millenium. Stafleu, J., D. Maljers, J.L. Gunnink, A. Menkovic F.S. Busschers. 2011. 3D modelling of the shallow subsurface of Zeeland, the Netherlands, Netherlands Journal of Geosciences, volume 90, issue 4, December 2011. Vos, P.C. Van Heeringen R.M. van, Holocene evolu tion of Zeeland. Nederlands instituut voor toegepaste Geowetenschappen TNO, Haarlem 1997. Noten: 1. Bas Chamuleau is naast lid van de Heemkundige Kring De Bevelanden ook lid van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Zeeland. Hij is gespecialiseerd in de waterstaatgeschiedenis met in het bijzonder de dijkbouwhistorie. Hij doet regelmatig dijkenonderzoek, adviseert en rapporteert, daarnaast schrijft hij artikelen over zijn onderzoeken. 2. Dekker C., 2007, Zeeuws dorp in de Middeleeuwen, Wemeldinge voor 1600; Waterstaat p. 11, 14, 138; Dekker C. 1971. p. 90-92. 3. J. Jongepier, 1997. 4. De eerste dijken zijn nog niet zo hoog, dat wordt aangegeven door de oudste historische bronnen over dijkprofielen. Het vermoedelijk oudste rapport (Brand, 1985) betreft een dijk gedateerd van 1243 op het eiland Koezand, die 2,75 m hoog (boven het maaiveld) was. Met een GHW rond 1200 van ca 1,20m +NAP zal een schor waarop de dijk is aangelegd een hoogte kunnen bereiken van ca 1,90m +NAP. De kruinhoogte was dan rond de 4,65 +NAP. 5. De stormvloed van 1953 had ter hoogte van Westkapelle een vloedstand van 4,35 +NAP. 6. Chamuleau 2016; in bewerking. Hoofdstuk 'de Zwake'. We hebben alle wateren tussen Walcheren en Zuid Beveland het Zwakesysteem genoemd. 7. Baeteman 2006. Vos e.a. 1997. 8. Chamuleau 2016-2019: De Zwake (in bewerking). 9. Lases en De Kraker TWG 18/2. p. 27 e.v.; J. Ermerins, Eenige Zeeuwsche oudheden uit echte stukken behelzende een beschrijving van het eiland Zuid Beveland (Middelburg 1793), 9; R.E. Künzel e.a., Lexicon van Nederlandse toponiemen tot 1200 (Amsterdam 1989); K.J.J. Brand, 1983. Over het ontstaan en de ontwikkeling van de Hont of Westerschelde, Zeeuws Tijdschrift, nr.p. 101-102. 10. Dekker, 1971, p. 225-226 en 275. In 1295 bevestigde graaf Albrecht een algemeen octrooi dat eerder was afgegeven aan de heren van 's-Heer Arendskerke voor het inpolderen van de Zwake tot aan Arnemuiderzand. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat op dat moment de verlanding van de Zwake al vergevorderd was. 11. Van der Meer e.a. 1952, p. 89, De Poel. 12. Oele 1979, Het Rozemarijndijkje, zie hierna; Dekker 1971, p. 130. 1 a 2 meter hoog; Dekker 2007. p. 11-14. 13. Ferguson 1991, p. 41. Ook de normale getijbeweging in het geulenstelsel van het Deltagebied zal gedempt zijn geweest. 14. Henderikx 2004. p. 5. De gegevens over de stormvloe den zijn zeer summier, maar niettemin spelen de drie stormvloeden een centrale rol in de geschiedschrijving, waar het gaat om de ontwikkeling van het bodemland schap. Ook bij de bewoning en de bedijking in Zeeland en vooral omdat zij in verband werden gebracht met de resultaten van bodemkundig onderzoek. Chamuleau, 2019: een onderzoek naar de gevolgen van deze storm vloeden is onlangs gestart. 15. Hierna beschreven. 16. Dekker 1971, p. 107; Henderikx 2001, p. 138-140. 17. Nu doet deze nog dienst als secundaire zeewering. 18. Baeteman 2006. 19. Dit gegeven is niet van toepassing op resten van veenruggen die omstreeks de twaalfde eeuw nog onvoldoende zijn ingeklonken. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 29