Het aankopen van kunstmest Door zich wijzigende omstandigheden in de landbouw nam vanaf halverwege de negen tiende eeuw de interesse om kunstmest te gaan gebruiken toe. De ZLM stimuleerde de plaatse lijke landbouwverenigingen om gezamenlijke aankoop te organiseren. In Kapelle liep men niet voorop, het duurde lang voordat het onderwerp ter sprake kwam. In de vergadering van 24 november 1892 was het M. van der Hage die het door de vereniging aankopen van kunstmest voor het eerst ter sprake bracht. Niet iedereen was enthousiast, maar in de vergadering van 27 januari 1893 waren er elf leden die aangaven mee te doen. In totaal bestelden ze 4.100 kg guano, 900 kg chilisalpeter en 1.800 kg super fosfaat. De bestelling werd geplaatst bij de firma G.J. Kol Co te Zwolle. De kosten bedroegen 506,30. In de vergadering van 18 november werd informatie uitgewisseld over de opgedane ervaringen. De meningen liepen uiteen, maar waren overwegend voorzichtig positief. In januari 1894 werd opnieuw een bestelling geplaatst. Was het in 1893 een totale hoeveel heid van 6.800 kg, nu was dit al 10.500 kg. De jaren die volgden werd de stijgende lijn in een snel tempo doorgetrokken. Het werd al snel duidelijk dat de aankoop en distributie van kunstmest veruit de belangrijkste activiteit van de vereniging geworden was. Dat zou in de verdere toekomst niet veranderen.9) In 1899 werd eigen weegapparatuur aange schaft, een bascule met gewichten. Verder een trap om kunstmest op te dragen en een mon- sterboor. In dat jaar werd in de persoon van P. Duivewaarde ook een bode aangesteld. Die werd belast met het rondbrengen van convo caties voor de vergaderingen, innen van contri butie en verder voorkomende werkzaamheden. Toen Duivewaarde in 1917 zijn functie beschik baar stelde werd hem voor bewezen diensten een gratificatie van 10,- toegekend. In de vergadering van 23 juli 1901 werd besloten om een proefveld aan te leggen voor het in de praktijk zelf testen van verschillende soorten kunstmest. Door de voortdurende toename van het gebruik van kunstmest bedroeg in 1913 de bestelde hoeveelheid ongeveer 300 ton. Behalve kunstmest vond in die periode ook gezamenlijke inkoop van kalk en veevoer plaats. Afb. 5. Een wagen met suikerbieten wordt gewogen op de nieuwe weegbrug. (Ansichtkaart, ca. 1900). 36

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 38