In 1991 kwam er min of meer geruisloos een einde aan het bestaan van de landbouwvereni- ging VIOS. Doordat in de loop van de laatste decennia vooral de grotere landbouwers het lidmaatschap hadden opgezegd waren er toen nog omstreeks zestig leden, hoofdzakelijk kleine land- en tuinbouwers. Voor het laatst na de ledenvergadering op 26 maart 1991 schreef secretaris C.W. Rouw in het notulenboek. We lezen daar: Hierna wordt gesproken over beëindiging van de landbouw- vereniging gezien de dalende omzet en de wel zeer geringe belangstelling van de leden. Er wordt voorgesteld de kas gelijkelijk te verde len onder de leden Er wordt voorgesteld hierover verder te spreken na afloop van het seizoen 1991 of een te houden bestuursverga dering. Het resterende kassaldo van plm. 3.000,- is aan de leden uitgekeerd. Noten: 1. PJ. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943, Wageningen 1946, pag. 103-106. 2. Als noot 1, pag. 205. 3. Als noot 1, pag. 439; Goessche Courant, 16 januari 1877, pag. 2-3. 4. Zeeuws Archief, archief gemeente Kapelle, toeg.nr. 4000, inv. nr. 177. 5. G.J. Lepoeter, Meestoof De Nijverheid te Kapelle, in de Spuije, afl. 98, zomer 2016, pag. 16-27. 6. Het duurde tot 1918 voordat aan mej. Elizabeth Hanson, die toen herbergierster was, per vergadering een bedrag van 1,- werd toegezegd voor vuur en licht. De landbouwvereniging was verknocht aan De Zwaan. In 1921 werd uitgeweken naar het verenigingsgebouw Obadja in de Ooststraat, maar dat bleek een verkeerde beslissing en na één jaar keerde men terug naar De Zwaan. Dit zou gedurende het hele bestaan van VIOS niet veranderen. 7. In de vergadering van 5 januari 1906 werd meegedeeld dat het aantal leden tot 100 was gestegen. De jaren daarna zou het aantal leden verder toenemen. Lange tijd schommelde het rond de 150. 8. Tijd- en dorpsgenoot J. Bijlo schreef over de lagere school en over meester Visser het volgende: Doch ook in onzen tijd heeft die school haar goeden naam gehandhaafd en was zij bij de onderwijs-autoriteiten in Zeeland bekend als één der beste lagere scholen van de provincie. Onze vroegere leermeester de heer A. Visser liet me een paar jaren voor zijn dood nog eens zien een door hem opgemaakte lijst van ongeveer 80 zijner oud-leerlingen, welke hadden uitgeblonken en meer waren geworden dan gewoon arbeider; mannen die de wereld waren ingegaan en zich daar een goede positie hadden veroverd. (J. Bijlo, Kroniek van Kapelle-Biezelinge en Eversdijk, Middelburg 1923, p. 199-200.) 9. Niet alle activiteiten waren succesvol. In 1892 werd voor het eerst overgegaan tot het gezamenlijk aan kopen van pootaardappelen. Het volgende jaar bleek de animo niet groot. In de notulen lezen we: Velen verklaarden met al die nieuwe soorten niet veel op te hebben en het bij de oude gewone soorten te houden. 10. Tijdens de winter 1890-1891 begon het op 26 novem ber streng tot zeer streng te vriezen. De vorstperiode hield zonder onderbreking aan tot 23 januari. Sinds het begin van de metingen van de temperatuur in 1706 was alleen de decembermaand van 1788 kouder geweest dan december 1890. 11. Een bekende en veelzeggende uitdrukking met betrek king tot de hoogte van de bedeling voor levensonder houd was: te veel om van dood te gaan en te weinig om van te leven. 12. J. de Jonge, De koningschappen spreken nog van vlijt. 200 jaar mussengilde Ons Genoegen te 's-Heer Abtskerke, Goes 2015. P.S.G. Raas, Het mussengilde te Ovezande, in Historisch jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland no. 16, Goes 1990. 13. W.E.P. van Ysseldijk, De geschiedenis van Kapelle Z.-B Kapelle 1968, p. 491-492. 14. In 1931 werd een voorstel aangenomen om de opkomst bij de ledenvergaderingen te stimuleren. Het presentiegeld werd vastgesteld op 0,25 plus een sigaar. Het bestuur werd gemachtigd om bij te grote toeloop maatregelen te nemen. Na een jaar werd het voorstel ingetrokken omdat er geen merkbaar resultaat was. Voor zover niet vermeld zijn de gegevens ontleend aan het archief van de landbouwvereniging, Zeeuws Archief, toegangsnummer 4023 en verder aan nog niet geïnventa riseerde stukken. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 45