In de overlopers van de Blauwhuishoek in Wemeldinge wordt aan een perceel de naam de Lange Weye gegeven. We kunnen dat perceel goed traceren in de kadastrale atlas van 1832. Zie afbeelding 1. Deze naam spreekt dus vanzelf. Jammer dat het perceel als gevolg van de uit gevoerde ruilverkaveling in het landschap nu niet meer als een smal en langgerekt weiland te vinden is. In 1751 levert Jacob Pieterse de Vlieger, schout van Wemeldinge en optredend als sequester in den geabandonneerden boedel van wijlen de weduwe van Christiaan Braam voor en ten profite van de gemeene credi teuren, een lanthoefje in Stelhoek aan de uit Hoedekenskerke afkomstige Christiaen Jacobse. Omdat er in dit geval meer schulden dan baten zijn geweest zullen de erfgenamen afstand hebben gedaan van de nalatenschap van de weduwe van Christiaan Braam. De afwikkeling van de nalatenschap is vervolgens door de schout geregeld en het onroerend goed is publiek geveild.2) Samen met het hoefje wordt tevens losse grond geleverd, alles in totaal ruim 29 gemet. Hiervan ligt ook grond in de Blauhuijshoek, en die grond grenst aan het Otterweegje. Hier zullen dus wel otters geleefd hebben! In 1783 wordt in de hoek Bewesten de Polderdijk 6 gemet en 170 roeden zaailand geleverd aan het zoo genaamde otterwegelings. De hoek Bewesten de Polderdijk grenst aan de Blauwhuijshoek (westelijk daarvan). Het Otterweegje zal dus door deze beide hoeken gelopen hebben. Bij ons onderzoek naar de geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer hebben wij een perceel kunnen lokalise ren met de naam de Neuse. Een perceel met de vorm van een menselijk gezicht met een vooruitstekende neus. Dat perceel wordt al in de overloper van 1547 van Yerseke met die naam vermeld en de vooruitstekende neus is tot op de dag van vandaag ook nu nog in het perceel aanwezig. De vormgeving van een groot aantal percelen in de Yerseke Moer is al enkele honderden jaren ongewijzigd gebleven en bij de uitvoering van de ruilverkaveling Yerseke Moer is het perceel met de naam de Neuse gelukkig niet op de schop gegaan.3) De naam Jorismeet wordt ook nog aan het aangrenzende perceel A nr. 278 gegeven! We keren nu terug naar de Jorismeet. De geschiedenis van perceel A nr. 277 hebben wij nagegaan in de overlopers en schepenakten van Wemeldinge en na 1829 ook in de kadastrale administratie en de notarisarchieven. Afb. 2. De vooruit stekende neus als onderdeel van het perceel met de naam de Neuse. Op de foto is ook goed zicht baar dat de droogte in de Yerseke Moer op dat moment nog niet voorbij is. (Foto A. Haaij.) 45

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2020 | | pagina 47