Bolwerk van verzet
Dat deze voorzichtigheid niet voor niets was
blijkt uit het drama dat het gezin van Pieter
Quant (1902-1944) trof. Het gezin Quant
woonde aan de Middelburgsestraat 15 in Goes.
Zijn vrouw en kinderen wisten niet dat hij in het
verzet zat. Door verraad van zijn overbuurman,
de landwachter Ch.J. Bruinooge, is Quant gear
resteerd door zijn stadgenoot Co Dekker (een
broer van de NSB-leider). Op 11 augustus 1944
werd Quant te Vught gefusilleerd. Zijn vrouw
en kinderen waren voor de rest van hun leven
getraumatiseerd.3)
Afb. 1. Links Nico Corstanje
met zijn verloofde Lina
Willeboer en een bevriend
stel op 16 juli 1944 in het
Zuiderpark in Den Haag.
(Afb. 1 t/m 3, 6 en 7Collectie
familie Corstanje.)
Frits de Kaart
In de stad Goes zijn er in de Tweede
Wereldoorlog relatief veel inwoners geweest
die een rol hebben gespeeld in het verzet. Op
de Bevelanden waren ongeveer 860 mensen
betrokken bij verzetsactiviteiten. In de stad
Goes waren zes verzetsgroepen actief met in
totaal ongeveer 130 leden. Op een inwoneraan
tal van 10.000 is dat 1,7%, ruim driemaal zoveel
als het landelijk gemiddelde. Daar tegenover
staat dat Goes eveneens een bolwerk van de
NSB was. Misschien was er wel sprake van een
wisselwerking.^
Het betekende ook dat het verzetswerk in Goes
extra gevaarlijk was. Juist in deze stad hebben
nogal wat verzetsstrijders het leven verloren.
Veel verzetsmensen behoorden tot de gerefor
meerde Westerkerk. Maar dat was ook de kerk
van de familie van de provinciale NSB-leider
Jan Dekker. Voorzichtigheid was dus geboden.
Hierdoor wisten veel mensen van elkaar niet
wie er in het verzet zaten. Wie kon je wel of niet
vertrouwen? Een treffend voorbeeld is de situa
tie van Roland van Dijk (1911-1985) en het gezin
van Rien Jiskoot (1899-1981). Beiden woonden
in hetzelfde huis aan de Albert Joachimikade
9 te Goes, maar wisten van elkaar niet dat ze
actief waren in het verzet.2)
Een bolwerk van verzet was de Lange
Vorststraat in Goes. Nu, anno 2020, een drukke
winkelstraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
was het nog overwegend een woonstraat, waar
de eerste winkeltjes en bedrijfjes zich vestigden.
Op huisnummer 10 was de timmerwerkplaats
van Corstanje, met daar boven hun woning.
De beide zonen Nicolaas (1919-1944) en Engel
(1923-2013) waren actief in het verzet. Over
Nicolaas Corstanje verderop in dit artikel meer.
Daar tegenover op nummer 11 was het bedrijf
met woning van kolenhandelaar Pik. Twee
zonen van hem zorgden voor hulp aan onder
duikers.4) Op huisnummer 30/32 had je de
wolwinkel van Maatje (1908-1995) en
2