in
boedel ad 174 Vlaams, zou onder aftrek van de
gerechtskosten, pondspondsgewijs onder de
twee laatstgenoemden worden verdeeld.
Daarmee werd de failliete nalatenschap van
Pieter de Waeijer de la Rue vereffend.
Met het overlijden van Pieter en zijn vrouw
was deze tak van het aan elkaar geparen
teerde echtpaar De Waeijer de la Rue in de
mannelijke lijn uitgestorven. Maar die werd als
vooraanstaande en vermogende regentenfa
milie zowel op Zuid-Beveland als later ook op
Tholen voortgezet via de schoonzoon, Leendert
Paardekooper (1736-1795) en zijn nazaten.
Leendert was ambachtsheer van Kapelle
en Biezelinge en schout en secretaris van
Wolphaartsdijk, dijkgraaf etc. Echter ook zijn
tak stierf uit met het overlijden van Leendert
Abraham Paardekooper (1796-1869), burge
meester van Colijnsplaat.42)
Tabel 1:
De niet-terugbetaalde leningen uit 1749 en de leningen in 1752 van Pieter de Waeijer de la Rue
"Uitlener" of diens vol-
Krediet
Afgelost
Schuld
Afgelost
Opmerkingen
machtgever 1749-1752*
1753-1755
rente tón 1766
1767-1769
vervoer t.b.v, Roelof!'Blok
lheein3 kisten v. ondeiul+cieren. ,>pbiengstPteter 5%
Nieolaas ïlartingh
962
waarsch.
waarschijnlijk in Middelburg terugbetaald
Joseph de Milaan
1104
waarsch.
idem (alleen nog maar in de notarisindex leesbaar)
Jacob Smitman
300
onwaaisch.
300
kosten "cessie" 300 voorgeschoten in Middelburg
Simon Ballot Co
2195
0
4171
40% van 219
geleend in Middelburg
Pieter Joh. Rangeman
451
totaal ca.
2426
40% van 1462
Deze crediteuren
Pieter Joh. Bangeman
2640
4100
(erfg.) Dith. v. Rheden
8064
0
8064
40% van/ 8064+
maakten deel uit van
nog 1800 extra afgelost
Ernst Louis Temminck
3907
0
7189
40% van ƒ3907
de provisionele
(erfg.) Ass. J. Sehorer
1830
0
3297
40% van 1330
Deze "I766"crediteuren
hebben zich na het
overlijden van Pieter
nog in 1771 gemeld
met hun resterende
claim van 19.561.
Jan van den Briel
5376
0
9891
40% van 5376
overeenkomst uit 1766
Bernard de Lintelo
1344
0
2977
40% van 1344
Jan Jor. Schreuder
1320
0
2428
40% van 1320
(excl. 105 van enkele
Maria Anna Falckc
1728
0
3179
40% van/ 1728
Pieter van den Velde
1534
0
2914
40% van 1584
Tussenpersonen)
David de Cordua(n)
962
400
1031
40% van 562
Totaal 1749/1766
33.767
4.500
f 47.171+300
12.000
in Batavia in 1752 afgesloten en de openstaande schulden uit 1749 (Middelburg) aan Jacob
Smitman en Simon Ballot Co.
Noten:
1. Theo Wajer, Pieter de Waeijer de la Rue, schipper
van de VOC, de Spuije 92 (2014) 33-41 en Boudewijn
Huenges Wajer en Theo Wajer, De Zeeuwse schipper
Pieter de Waeijer de la Rue nader beschouwd, deel I, de
Spuije 112.
2. Diverse gebundelde VOC-gegevens zijn ontsloten door
het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis
en d.m.v. databases doorzoekbaar, waaronder Generale
Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan
Heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie,
hierna genoemd Generale Missiven, de Database
Boekhouder-Generaal van Batavia en de Uitgaande en
terugkerende reizen van de VOC en d.m.v. de databases
'VOC-opvarenden', van het Nationaal Archief (NL-
HaNA), TANAP VOC-documents en Sejarah Nusantara
van het VOC-archief te Jakarta (ARSIP). Gebundelde
gegevens over de in dit artikel vermelde Admiraliteits-
en MCC reizen zijn gepubliceerd door P.F. Poortvliet.
De laatstgenoemde gegevens zijn doorzoekbaar via
de database 'Zeeuwen Gezocht' en de onderliggende
gegevens daarvan in het Zeeuws Archief (ZA), toegang
508-NADT-72.14, archief Admiraliteit Zeeland beman
ning 1700-1709 en toegang 20, archief Middelburgsche
Commercie Compagnie (MCC).
3. Bij een obligatie ging de rente, veelal 5% op jaarbasis,
in op de dag van afsluiting; een bodemerijbrief, een
soort verzekering in het geval dat het schip niet de
beoogde eindbestemming kon bereiken, was een soort
verzekeringspremie van 10 a 12% en de hoofdsom met
premie was opeisbaar na de veiling bij terugkomst.
Doorgaans moest het verschuldigde bedrag terugbe
taald worden aan een familielid of zakenrelatie op de
eindbestemming.
4. ARSIP, archief VOC, Notariële archieven van Batavia en
Ommelanden, notarissen Jacob Levier toegang 075,
inv.nrs. 5643 en 5644 13, 18, 30 en 31-3-1752), notaris
Albertus Domburg, toegang 074, inv.nrs. 5480 en 5481
(18, 23, 27, 28 en 31-3-1752) en notaris van Girssen, inv.
nr. 073.1, nr. 4248, 30-3-1752 en lening maart 1752 op
30