De luchtoorlog boven Zuid- Beveland Wim de Meester en Kees Stoutjesdijk In de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog is Zeeland in verhouding tot de rest van Nederland altijd een onderbelicht gebied geweest. Het gaat toch vaak over de strijd aan de Grebbelinie, de slag bij Arnhem of het bombardement op Rotterdam. De gebeur tenissen in Zeeland kwamen er vaak bekaaid vanaf. Ook binnen de krijgsmachtonderdelen zie je grote verschillen. Operaties van het leger (de grondtroepen) en de zeestrijdkrachten krijgen verhoudingsgewijs veel aandacht. Het luchtwa- pen daarentegen wordt vaak stiefmoederlijk behandeld. Zuid-Beveland was op enkele punten van strategisch belang. Daarnaast was de verdedi ging van Walcheren voor een belangrijk deel afhankelijk van meerdere verdedigingslinies op Zuid-Beveland. Hierbij kan worden gedacht aan de Bath- en de Zanddijkstellingen. Met name de laatstge noemde was een bijzonder goed uitgebouwde linie. Minder bekend is de steun vanuit de lucht bij de strijd om het behoud van de gebieden op Zuid-Beveland. Te denken valt aan de vergeefse inzet van de Armée de l'Air (de Franse Luchtmacht) en de Aéronavale (Franse Marine Luchtvaartdienst) in hun pogingen de Nederlandse en Franse soldaten luchtdekking te verlenen en het verhinderen van bombarde menten op de geallieerde stellingen. Niet altijd succesvol maar de inzet was er niet minder om. De strategische belangen wijzigden zich tijdelijk tijdens de bevrijdingsperiode. Er waren groot schalige en voortdurende bombardementen op de Sloedam, de Kreekrakdam en de kleine in- en ontschepingshavens langs het kustgebied van Zuid-Beveland. De terugtrekkende Duitse troepen, vaak in wanordelijk verband, lagen voortdurend onder vuur van de Typhoons en Spitfires van No. 84 Group Royal Air Force. Dit betekent niet dat de periode tussen bezetting en bevrijding als rustig werd ervaren. Het niet aan de kust gelegen 'achterland' met haar vele vlakke landbouwgebieden en weides bleek een geschikt noodlandingsgebied voor de terugkerende Duitse bommenwerpers, die hun basis op Gilze-Rijen, Eindhoven of Soesterberg niet meer konden bereiken. Maar niet alleen voor hen. De van hun missies boven Duitsland terugkerende viermotorige bommenwerpers, vaak reeds zwaar beschadigd, durfden dikwijls de vlucht over de Noordzee niet meer aan, waarna er geen ander alterna tief was dan het toestel met de parachute te verlaten of een noodlanding/crash-landing uit te voeren op dit dunbevolkte gebied. Afb. 1. Teunis Schot en zijn verloofde Gre, zomer 1939. Schot werd op 13 mei 1940 geraakt door mitrailleurvuur uit een Messerschmitt nabij Schore en overleed in het Sint Joannaziekenhuis in Goes. (Alle foto's uit het boek De luchtoorlog boven Zuid-Beveland.) 47

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2021 | | pagina 49