Westkapelle 4 augustus 1956
in Zeeland) verdwenen kippen en werden aard
appelen en kolen van het land gehaald. Frits
herinnert zich nog dat ze regelmatig de vuilnis
belt opgingen om restanten eten te zoeken en
de deuren langs gingen om voedsel te bedelen.
Frits heeft waardering voor de manier waarop
de Westkapellenaars met voedsel hielpen. De
spanning tussen de autoriteiten en de bewo
ners van de woonoorden liep echter steeds
verder op.
Mevrouw Dominicus was net de bakkerij aan
het opruimen toen een groep Molukkers
binnenkwamen die om broden vroegen. Toen
ze wilde afrekenen was de reactie: Stuur de
rekening maar naar Samkalden (de toenmalig
minister van Justitie). Ook bij de winkel van
Simon de Wit, De Spar en bij melkhandelaar
Minderhoud werden er die middag voedings
middelen onbetaald meegenomen naar het
kamp. Er waren 28 mannen bij betrokken.
De overheid reageerde hard. Toenmalig burge
meester mr. Meinard Tydeman: Dat was plun
deren. Een politieke daad. Dit was opstand, ja.
Het kamp werd afgesloten en vanaf die middag
bewaakt door leden van het Detachement van
Harde Bijstand, politieagenten met karabijnen.
Twee mannen die het kamp op de fiets wilden
verlaten werden tegengehouden. Een gleed
door en raakte een agent. Zijn remmen deden
het niet volgens Frits.
Afb. 1. Frits Sahertian
in de cel waar hij zat
na de bezetting van de
Indonesische ambas
sade in 1970. (Still Koert
Davidse.)
Er werd een schot gelost. Door het schot
kwamen de mensen de barakken uit om te
kijken wat er aan de hand was. Volgens burge
meester Tydeman kwam een groep inwoners
op de rijkspolitie af met het doel om uit te
breken. Van verschillende kanten werd op de
ongewapende inwoners geschoten. Frits zag
het tegen de muur gedrukt allemaal gebeu
ren. Er vielen negen gewonden, die naar het
Gasthuis in Middelburg werden overgebracht.
Die avond zag Frits hoe zijn vader en vrijwel alle
mannen uit het woonoord op een rij werden
gezet en in een overvalwagen werden wegge
voerd. Hij zou zijn vader maanden niet meer
zien. Elke dag stond ik zo te kijken naar buiten.
Frits kijkt uit het raam in de loods waar vroeger
hun kamertje was. De plek waar de gebeurte
nissen plaatsvonden die hem hebben gevormd
en achtervolgd.
De bitterheid van de vaders
Ik heb eigenlijk de bitterheid van mijn vader
meegenomen. En ook het beeld van het
schietincident in Westkapelle. En dat heeft mij
eigenlijk gevormd, hoe ik was. Frits liep jaren
met haat naar Nederlanders en naar de politie.
Op elk conflict ging hij af. Er werd niet naar ons
geluisterd. We hebben jaren gedemonstreerd,
maar onze kreten waren eigenlijk kreten in het
niets.
De aankondiging door de regering in augustus
1970 van de komst van president Soeharto naar
46
Woonoorden
De Molukkers werden opgevangen in woonoorden en voormalige concentratiekampen.
De huisvesting was slecht berekend op de opvang van gezinnen. Maar de opvang was immers
maar tijdelijk. In Zeeland werden uiteindelijk zestien woonoorden ingericht.
Schouwen-Duiveland
Burghsluis, Brijdorpe, Kerkwerve
Walcheren
Grijpskerke, Koudekerke, Middelburg I (Nadorst) en II (Seisweg),
Serooskerke, Vlissingen I (Buitenhaven) en II (Koudekerkseweg),
Westkapelle, West-Souburg (vliegveld)
Zuid-Beveland
Kruiningen I, Kruiningen II
Zeeuws-Vlaanderen
Groede (De Haven), Groede (Duinoord), Oostburg (Wilgenhof),
Aardenburg (Rodenborch).
In 1960 werden meeste kampen in Nederland gesloten en werden de Zuid-Molukkers verdeeld
over gewone woonwijken in heel Nederland.
Nederland werd als een klap in het gezicht
ervaren. Op 31 augustus 1970 bezette Frits
met zo'n dertig anderen de Indonesische
ambassade in Wassenaar. Tijdens de actie
werd een politieagent doodgeschoten. Nadat
de bezetting twaalf uur had geduurd en er
gesprekken waren geweest tussen de Molukse
leider Manusama en de gijzelaars werd de
gijzeling beëindigd. De doelen zouden zijn
bereikt: onder andere publiciteit voor de
strijd en een uitstel van het staatsbezoek van
Soeharto. In onze ogen nog niet, maar zij
vonden het wel genoeg zo. Frits weet van al
die jongens die hebben meegedaan dat de
actie mede voortkwam uit de vernedering en
de bitterheid die ze van hun ouders hadden
gezien.
Aft). 2. Frits Sahertian en oud-burgemeester
Meinard Tydeman. (Still Koert Davidse.)
Ze deden het voor hun vaders. Frits heeft al
met al acht jaar van zijn leven in de gevange
nis doorgebracht. Toen mijn vader hoorde dat
ik betrokken was bij de gijzeling in Wassenaar,
toen ja toen was hij trots. Aan de andere kant
was hij verdrietig. Maar toch wel trots dat ik
toch, zonder dat hij me daarvoor dwingt of zo,
toch de RMS-strijd oppakte. Eigenlijk iets waar
hij mee begonnen is heb ik doorgezet.
Twee werelden
Frits Sahertian en oud-burgemeester Tydeman
zijn tientallen jaren later in het voormalige
woonoord in gesprek over wat er op die vierde
augustus gebeurde. Het blijven twee pijnlijk
verschillende werelden. Tydeman: Van jullie
kant wordt dat natuurlijk ook een beetje
overdreven en ik probeer het minder ernstig
te maken dan het misschien was. Och ja, het
hoort bij de geschiedenis. Het is wel pijnlijk,
maar je moet het niet meer uitpluizen, want
het haalt niks uit. En jullie zijn allemaal heel
aardig terechtgekomen.
Frits heeft uiteindelijk zijn leven omgegooid
dankzij het geloof. We zien hem eten rond
brengen in een zorgcentrum voor ouderen.
Als lijfwacht begeleidt hij president Frans
Tutuhatunewa bij de 58e herdenking van de
oprichting van de R.M.S. Frits denkt het zelf
niet meer mee te maken, maar hoopt dat zijn
kinderen een vrij Molukken zullen kennen.
47