Zeeland 1MQ
Boekindruk: Zeeland 1940 Bewogen dagen, 10-27 mei
Bewogen degen van 10-27 mei
Ton Goossens, Zeeland 1940 Bewogen dagen
10-27 mei. Eigen uitgave, hardcover, 496 pagi
na's, rijk geïllustreerd en met situatiekaarten
ISBN 978-90-801132-0-6. Prijs 32,90.
Bij het lezen van dit boek kwam bij mij de
uitdrukking op die ik gehoord had op de lagere
school bij geschiedenis: redeloos, radeloos en
reddeloos. Die werd gebruikt na de gezamen
lijke aanval in 1672 van ons land door Engeland,
Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen.
Het Rampjaar.
Nu leek de situatie in de meidagen in Zeeland
hier ook erg op, de regering en het koningshuis
waren overhaast gevlucht met medeneming
van de goudvoorraad. Gevlucht naar Engeland
en niet naar Zeeland waar doorgevochten
werd. En ze wensten de opperbevelhebber van
het leger, generaal Winkelman, die tegen deze
desertie was, veel succes. De regering De Geer
was duidelijk niet op zijn taak berekend en ging
er vanuit dat de neutraliteit van Nederland,
evenals in de Eerste Wereldoorlog, geres
pecteerd zou worden. Op geen enkele wijze
bleek dat de regering een goede analyse had
gemaakt van de ontwikkelingen in Duitsland en
de wereld. Een voorbeeld hiervan is dat vlak na
de oorlogsverklaring en inval in Polen door de
Duitsers, in september 1939, premier
De Geer na de kabinetsformatie op vakantie
ging in Duitsland!
Zeeland
Al snel capituleerde Nederland, behalve
Zeeland, omdat de Belgen, Engelsen en met
name de Fransen wel snel hadden gereageerd
en troepen hadden gestuurd om de Duitsers
de voortgang naar het strategische Zeeland
te beletten. Zij zouden dat samen met de
Nederlandse troepen trachten te realiseren.
Er waren daarvoor al diverse linies aange
legd, zoals de Bathlinie, de Zanddijklinie,
de Kanaallinie (door Zuid-Beveland) en de
Sloedamlinie. Men leek goed voorbereid en ook
qua mankracht waren de geallieerden en de
Nederlanders in het voordeel.
Bij wat de eerste confrontatie had moeten zijn,
bij de Bathlinie, bleken alle Nederlandse solda
ten al verdwenen en gevlucht te zijn voordat er
een schot was gelost.
Afb. 1. Omslag van het boek.
Pas bij de Zanddijk- en Kanaallinie was er
tegenstand, voornamelijk geleverd door
Franse troepen. In deel drie van het Koninkrijk
der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog
schreef dr. L. de Jong badinerend over deze
Franse troepen als bepaald niet de beste die
Frankrijk bezat, ze bestonden uit reservisten die
ouder waren dan dertig jaar en hun kader niet
uit beroepsofficieren. Ton Goossens laat in zijn
boek Zeeland 1940 zien dat zij wel strijd lever
den en effectief weerstand boden. De auteur
geeft als verklaring voor de massale vlucht van
de Nederlanders, dat de troepen bestonden
uit mannen tussen 30-35 jaar met gezinnen en
bedrijven die maandenlang tegen een geringe
vergoeding in hun stellingen bivakkeerde. Dat
resulteerde in een brede onwil om te vechten.
Er was geen bereidheid om te sterven voor volk
en vaderland, en zeker niet voor de koningin.
Daar kwam bij dat de rest van Nederland had
gecapituleerd en dat de Duitsers qua bewape
ning en instelling superieur waren.
52
Aft). 2. Duitse infanteristen
steken het Kanaal door
Zuid-Beveland over.
(Foto uit het boek.)
Wat volgens Goosens ook een rol speelde was
de chaos in de bevelvoering in Zeeland en
de vlucht van de Zeeuwse bestuurders. Zoals
commissaris van de Koningin (CvdK) Johan
Quarles van Ufford die al direct na de capitula
tie op 14 mei naar Oostburg vertrok. Een actie
waarvan niemand kennis had. Ook de leden
van Gedeputeerde Staten, op mr. P. Dieleman
na, waren vertrokken of waren onvindbaar.
Dieleman bleek zich later als zeer pro-Duits te
ontpoppen.
De commandant van de Zeeuwse troepen,
schout-bij-nacht Hendrik van der Stad vertrok,
onder strikte geheimhouding naar Breskens.
Van der Stad droeg zijn troepen over aan de
Franse generaals Durand en Deslaurens. Hun
troepen vochten op Zuid-Beveland en bij de
Sloedam. De Fransen leden vooral bij Kapelle
zware verliezen en leverden hevige gevech
ten, niet alleen bij Kapelle, maar ook aan de
Sloedam. Doordat Van der Stad en zijn staf en
de CvdK naar Zeeuws-Vlaanderen vluchtten had
Zeeland geen effectief militair- en burgerbe-
stuur meer. De Fransen benoemden vervolgens
admiraal Charles Platon tot gouverneur van
Walcheren. Met deze admiraal zou het nog
slecht aflopen, Goossens meldt dat Platon ein
digde als lid van de Vichy-regering en daarom in
1944 werd gefusilleerd.
Kortom, de houding van het provinciebestuur
werkte demoraliserend voor burgers en sol
daten. Het resultaat was dat in vier dagen tijd
de vier linies waren doorbroken en de Duitsers
tegen geringe verliezen Zeeland hadden bezet.
Linies
Ton Goossens beschrijft hoe in Zeeland maan
denlang was gewerkt aan de Bathstelling, die in
de hals van Zuid-Beveland de toegang tot het
schiereiland afsloot. De acht kilometer brede
Zanddijkstelling vormde de hoofdverdediging
van Zuid-Beveland. Bewoners uit de gemeen
ten Rilland, Bath, Waarde en Krabbendijke
moesten geëvacueerd worden omdat polders
onder water werden gezet, schrijft Goossens
verder. Hij vindt het nog altijd ongelooflijk
dat de Duitsers in slechts drie dagen tijd op
Walcheren stonden. Ze hadden goed materieel,
waren getraind en bekwaam. Zodra zij in beeld
kwamen en schoten, verlieten de Nederlandse
soldaten de zorgvuldig opgebouwde stellingen
zonder het eiland te verdedigen, zo vertelde de
auteur in een interview met Jan van Damme in
de PZC op 10 mei 2021. Zo was kapitein Mulder
al snel met zijn compagnie (gelegerd aan de
Bathlinie) met vissersboten gevlucht vanuit de
haven van Bath naar Zeeuws-Vlaanderen.
Goossens schetst in een apart hoofdstuk de
oorzaken van de snelle nederlaag en besteedt
daarbij ook aandacht aan de falende bestuur
ders en bevelvoerders. Quarles van Ufford die
al genoemd werd bij zijn overhaast vertrek naar
Oostburg, wordt geschetst als een afstandelijke
aristocraat die vond dat hij alleen verant
woording had af te leggen aan de Kroon. Als
voorbeeld van de houding van de losgezongen
CvdK geeft Goossens aan dat hij in Oostburg
op 18 mei nog een telegram stuurde aan alle
53