De Zeeuwse streekdrachten, Goed gemutst
Hester van Rees
20 SPUIJE 115
Afb. 1. Omslag van het boek. (Alle foto's: Mart
Bakx.)
Het boek De Zeeuwse streekdrachten, Goed
gemutst verscheen in de zomer van 2021.
Het is het derde boek over streekdrachten
na Streekdrachten in Zeeland en Zeeuwse
streekdrachten, handboek voor het maken van
kleding. Omdat streekdracht niet compleet
is zonder muts en het vorige boek anders te
dik zou worden is dit boek uitgebracht, hele
maal gewijd aan de Zeeuwse mutsen van alle
Zeeuwse eilanden. Het heeft als doel kennis
en kunde van de Zeeuwse streekdrachten voor
altijd vast te leggen. Het boek heeft recent een
prijs gekregen als 'Beste Zeeuwse Erfgoedboek
van Zeeland', op 9 november 2021 uitgereikt
door de Commissaris van de Koning, de heer
Polman.
Voor het ontstaan van de muts in de streek
dracht gaan we eerst even terug in de tijd.
Het was eeuwenlang in verschillende culturen
voor vrouwen niet toegestaan - en in sommige
landen nog steeds niet - om met onbedekt
hoofd in het openbaar te verschijnen. In eerste
instantie droeg men alleen een mutsje over
het haar. Vervolgens werd er een gevouwen of
gedrapeerde doek overheen gedragen. Deze
doek werd in de loop der tijden meer in model
gebracht met naden en door toevoeging van
kostbare kant. Het werd verplicht om bij de
dracht mutsen te dragen.
De bovenmutsen in de Zeeuwse streekdrach
ten van na 1825 kunnen herleid worden tot
vier grondvormen, die zich vandaaruit verder
ontwikkeld hebben. In dit boek worden negen
regio's onderscheiden: Schouwen-Duiveland,
Tholen en Sint-Philipsland, Noord-Beveland en
Axelse burgerdracht, Walcheren en Arnemuidse
vissersdracht, Nieuw- en Sint Joosland en
Arnemuidse burgerdracht, Zuid-Beveland,
Land van Cadzand, Land van Axel en tot slot
Land van Hulst. Ik vond het apart dat de dracht
op Noord-Beveland en in Axel in Zeeuws-
Vlaanderen kennelijk zo op elkaar lijkt dat ze
in hetzelfde hoofdstuk worden beschreven.
Hoe zou dat komen? Op de kaart kijkend ligt de
grote zeearm van het Sloe schuin tegenover de
Braakman in Zeeuws-Vlaanderen. Handel over
en weer zal zijn weerslag in de streekdracht
gehad hebben, stel ik me voor.
De auteurs van de laatste twee boeken
hebben - als vrijwilligers - hieraan zo'n twaalf
jaar gewerkt. De gedachte was dat alleen het
tonen van de drachten in een museum en het
kunnen beschrijven hoe men er vroeger uitzag
niet voldoende was, om voor de toekomst de
interesse van het publiek in de Zeeuwse dracht
te behouden. Men zou ook in staat moeten zijn
de dracht na te maken, tien jaar geleden waren
er nauwelijks nog 'boerenvrouwen' in leven
om dat te kunnen vertellen. Het gaat immers
om Zeeuws erfgoed, immaterieel erfgoed, dat
tweehonderd jaar heeft bestaan. Dat moet
bewaard blijven!
Susan Bakx-Plasmans, modeontwerpster van
het team, dacht nog een stap verder. Het zou
geweldig zijn als de muts inspiratiebron zou
kunnen zijn voor modeontwerpers, of anderen
die daarvoor interesse hebben. Daarover
verderop meer.