- 4 - 5het bevorderen van doelmatige en aesthetische woningbouw; 4. het waken tegen ontsiering van stad, dorp en landschap; 1 5. het bevorderen van de opneming in de gemeenteverordeningen van bepalingen welke tot het doel der vereniging nuttig geacht worden; 6. het verstrekken van voorlichting en advies omtrent alle zaken, die met het doel der vereniging in verband staan; 7. samenwerking met overheidsinstellingen of verenigingen, die een gelijk of gelijksoortig doel nastreven; 8. verdere wettige middelen, welke aan het doel der vereniging bevor derlijk kunnen zijn," V/ij zijn begonnen met punt dries "het bevorderen van doelmatige en aesthetische woningbouw". We probeerden adviezen te geven voor verbouwingen of te bemiddelen om bekwame architecten in te schakelen voor belangrijker objecten. Deze werkzaamheden werden al gauw feitelijk lamgelegd door het uit breken van de oorlog. Na de oorlog was de situatie veranderd, want met in gang van 1 januari 1943 was het Centrale Bouw- en Woningtoezicht voor Noord-Zeeland tot stand gekomen en het lag voor de hand dat deze goed ge outilleerde Centrale Dienst deze taak beter dan wij zou kunnen verrichten. Wij hebben ons dan ook afgevraagd, of het na de oorlog wel zin had het vere nigingswerk te hervatten. De toestand was troosteloos; Zierikzee was door 1000 granaten getroffen, 1500 huizen waren beschadigd; Bruinisse, Oosterland en Ouwerkerk hadden ook zwaar geleden. Zo dringend waren de elementaire levenseisen, dat men het woord "schoonheid" nauwelijks in de mond durfde nemen. In overleg met de heer Argelo hebben wij toch maar besloten opnieuw te beginnen en wij hebben er geen spijt van gehad. In het jaar 1946 verdub belde het aantal leden en in de volgende jaren steeg het tot bijna 280. Op dit peil is het sindsdien ongeveer gebleven. Vele leden wonen buiten het eiland. Van hen is speciaal de familie de Jonge te noemen, die enige malen ons met een flinke financiële bijdrage verraste. Niet minder hebben wij ge waardeerd, dat sommige van onze leden "over water" zich telkens weer de moeite getroostten onze bijeenkomsten bij te wonen. Ik noem hier wijlen de rijksarchivaris van Zeeland, dr. W.'S. Unger en dr. A. de Vin uit Rotterdam. In 1961 is eindelijk de Monumentenwet aangenomen en als uitvloeisel daarvan is een groot deel van Zierikzee onder bescherming gebracht, niet alleen apa-rte huizen, maar ook straten en complexen. Binnenkort zal dit ook met de dorpen het geval zijn. Dan is dus alles in orde -- tenminste op papier! Opheffing van de vereniging wordt echter nog niet overwogen, wdl - verjonging -

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1964 | | pagina 5