- 7 - kennis kregen als de pap al gestort was en wij niets meer konden doen dan een protest laten horen, dat niet meer baten kon, ons zelf niet bevredigde en de betrokken personen ergerde. Wij hebben altijd gemeend duidelijk te moeten zeggen hoe wij de dingen zagen, maar dat werd niet altijd goed opgenomen en Stad en Lande werd wel eens voorgesteld als een bemoeial, die alles wilde behouden, alleen al omdat het oud was, terwijl wij toch van het allereerste begin af steeds weer betoogd hebben, dat wij van Zieriksee geen openluchtmuseum wilden maken en dat wij liefst op bouwend werk wilden verrichten. Daarom hebben wij ook echt niet op elk slakje zout willen leggen. Een zwak punt was ook onze financiële on macht. Wij hadden goed praten, maar konden weinig geld op tafel leggen. De strijd voor het Mosselpoortje met bijbehorende Dordtse gevel hebben wij verloren. De gevel werd wel gestut, maar viel om. De Gods kamertjes hebben wij ook niet kunnen redden. De plannen om van elk tweetal woninkjes er één te maken zijn doorkruist door de vloedramp. Yoor de mooi gelegen molen van Woordgouwe hebben wij ook vergeefse moeite gedaan. Daarentegen hebben wij geholpen een ongelukkig verbou wingsplan van "Concordia" te torpederen. We hebben met min of meer succes de strijd aangebonden tegen ontsierende reclame en tegen vuil nisbelten. Wij ageerden voor het behoud van twee vliedbergen, één bij Elkersee en één bij Zieriksee. Wij verdedigden Ronde Weel en Kakkersweel en het Halve Maantje, dit laatste tevergeefs» Wij vulden de monumenten lijst van Zieriksee aan en inventariseerden alle bouwwerken op het eiland die ons de moeite waard leken. Wij waren het die de aandacht vestigden op het brok stadsmuur bij de Zuidhavenpoort, dat nu zo fraai gerestau reerd is. Wij animeerden de burgers hun huizen weer te voorzien van de oude namen. Wij gaven ons oordeel ten beste over uitbreidings- en be bouwingsplannen, over streekplan en saneringsplan. In 1951 vormden wij een restauratiecommissie voor kleine restau raties aan poortjes, stoepen, deuren, gevelstenen en dergelijke. We waren juist aardig op dreef geraakt, toen de ramp van 1955 weer alles ondersteboven wierp. Toch zijn we hiermee doorgegaan, gesteund door een jaarlijks subsidie van het departement van Onderwijs, Kunsten en V/eten- schappen, en hebben wij op deze bescheiden manier toch wel het een en ander kunnen behouden of herstellen. Wij kijken dus met voldoening naar de Zierikseese brandpoortjes en naar het tuinpoortje in de Sint- Domusstraat, naar de windvaan op de voormalige synagoge, naar de gevel steen van de Lutherse kerk, naar sommige stoephekken en stoeppalen. Te Dreischor hebben we de travalje in de dorpsring hersteld en bijgedragen aan stoepen, te Brouwershaven aan het zogenaamde geboortehuis van

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1964 | | pagina 8