- 8 - Jacob Cats en aan diens standbeeld, te Haamstede aan de muur van de "Brouwerij" en te Burgh aan de muur om de kerk. Te Noordgouwe 'hebben onze bestuursleden Vijverberg en Moelijker jr. zich veel moeite gegeven om de oude grenspalen van de polder weer op hun oorspronkelijke plaatsen op te richten. Onze belangrijkste onderneming, waar we dan ook bijna aan bezweken zijn, was de aankoop en restauratie van het Sint-AnthonieshofjeNa een lange lijdensgeschiedeniswaarin we meer dan eens de wanhoop nabij waren, konden we het gebouw in 1962 inwijden. Wij menen daarmee een wezenlijke bij drage te hebben gegeven aan het stedelijk schoon en betreuren het, dat wij niet meer dergelijke objecten onder handen kunnen nemen. Maar gelukkig is het tegenwoordig ook voor particulieren mogelijk subsidie te verwerven voor restauraties aan historisch interessante huizen. Wij hopen dat van deze gelegenheid meer en meer gebruik zal worden gemaakt. Wij werden ook betrokken bij de redding van het slot Moermond te Renesse. Drie bestuursleden namen zitting in het bestuur van de stichting, die het welhaast hopeloze werk' op zich nam, en met name de helaas te vroeg over leden heer J. Stevense, 'heeft zich daarvoor zeer ingespannen. Ook hier een lijdensgeschiedenis, waarbij het om nog heel andere bedragen ging dan bij ons hofje. Maar het gebouw staat er weer in zijn oude glorie en dat is de hoofdzaak. En zoals het slot Moermond met voornamelijk rijksgeld is hersteld, zo zijn in de laatste jaren op ons eiland wel bijzonder veel monumenten aan gepakt. En al is Stad en Lande daar meestal niet rechtstreeks bij betrokken, toch mogen we wel met vreugde wijzen op de kerken van Renesse, Serooskerke, Noordgouwe,. Brouwershaven, Drcischor, Nieuwerkerk, op de Gasthuiskerk te Zieriksee, op toren en kerk van Noordwelle, op de Sint-Lievenstoren en de stadhuistoren te Zieriksee, op de Havenpoorten en straks de Nobelpoort, het stadhuis, het zognnaamde Tempelierenhuis en het slot te Haamstede. Het lijkt wel of ons "vergeten eiland" nu de oogappel van Monumentenzorg is geworden. Vijf en twintig jaren geleden zou ons dit alles als luchtkastelen zijn voorge komen. Zodoende behoef ik mijn verslag gelukkig niet in mineur te beëindigen. Er is hier ondanks alles nog veel te zien dat de moeite x^aard is. Stad en Lande hoopt nog lang een verzamelpunt te kunnen blijven voor allen die ge voelig zijn voor de schoonheid van stad en platteland en te fungeren als een historisch en esthetisch geweten. Dr, J.J. Westendorp Boerma.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1964 | | pagina 9