-p STAD EK LAKDE MEDELIKGEKBLAD VAK DE VEREKIGIKG STAD EK LAKDE VaK Kovember 1966, nr. 6 Opgericht 1939 Secretariaat; Meelstraat 8, Zierikzee, Tel 01110-3151 Bestuur; Dr. J.J. Westendorp Boerma, voorzitter, P. van Beveren, J.L. Braber, A.A. van Eeten, L. Kouwen, Mr. W.P. Martens, S.P. Moelyker, Jac. Romeijn, W. de Vrie^e jr., leden, J. Viergever, penningmeester en C. Postma, secretaris. De vereniging stelt zich tot doel de bevordering en het behoud van stadsschoon en landelijk schoon in de meest uitgebreide zin op het eiland Schouwen-Duiveland (Artikel 2 van de Statuten. Goedgekeurd bij Kon. Besluit van 19 december 1951? nr. 73» Bijv. Ked. Staatscourant 12 maart 1 952, nr. 51 Au, SCHOUWEN-DUIVELAND VERSLAG VAK DE LEZING HET CULTURELE EK SOCIaLE LEVEK IK ^IERIKZEE Oi'iSTREEKo HET MIDDEN VaN DE VORIGE EaUW, GEHOUDEN DOOR DR. P.J. MEERTENS VOOR DE LEDENVERGADERING VAN 25 MAART 1 966 TE ZIERIKZEE Dr. P.J. Meertens gaf een historische schets van het culturele en sociale leven in Zierikzee omstreeks het midden van de vorige eeuw. -- Sedert 1815 trachtte men hier ter stede meermalen de oude welvaart te herstellen. Pogingen daartoe zijn geweest de opbouw van een nieuwe vis sersvloot en het op gang brengen van scheepswerven. In feite kwam de welvaart slechts de burgerij ten goede. De gewone handwerksman had er weinig voordeel van.Evenals elders waren ook hier in 1845 relletjes De voornaamste .bron van verdienste was tot omstreeks het jaar 1 870 de meekrapteelt. Deze winstgevende teelt verdween als gevolg van de komst van de alizarine, die als synthetisch product de Schouwse meekrap in korte tijd van de markt drong. De laatste meekrapstoof werd in 1898 ge sloopt. Ook de zoirfciederij was tevoren teniet gegaan. Een beeld van het leven in ons stadje omstreeks 1845 geeft de roman tische beschrijving van de tocht van Zijpe naar Zierikzee door Frederik uagtglas (geb. Utrecht 1821, overl. De Bilt 1902Nagtglas was in 1845 benoemd tot arrondissments-ijker te Zierikzee, als opvolger van P.O. de "Vos. Hij zou in deze functie alhier tot het einde van het jaar 1851 werk zaam zijn. Op zijn tocht per rijtuig van Zijpe naar zijn nieuwe standplaats Zierikzee zag de 24-jarige Nagtglas de wijde meekrapvelden van Duiveland. De teelt was toen nog van groot belang. Binnen de wallen van Zierikzee werd de jonge ambtenaar verrast door de aanblik van een stadsbeeld, waarvan een groot deel herinnerde aan de vergane glorie uit voorbije eeuwen. Waarschijnlijk was het geschreeuw van de stadsomroeper het enige teken van leven, dat hij vernam. Zierikzee was toentertijd een doods stadje aan de Oosterschelde. Op weg naar zijn kosthuis bij de Weduwe Wansink in de Poststraat zag Nagtglas de open plek, waar tot de brand in 1832 te St. Lievens Monsterkerk had gestaan. Dr. Meertens schetste in het kort het leven van de bevolking, die in verschillende standen was onderverdeeld. Slechts vier adellijke families herinnerden nog aan de deftigheid uit vroeger dagen. Het waren de

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1966 | | pagina 1