3.
Als wij binnenkomen, treft ons de lange, smalle gang met de uitgesleten
plavuizen. De beide voorkamers hebben nog hun volkomen gave oude, houten
betimmering en mooie houten balkenzoldering. De linker, tevens grootste
kamer heeft twee bedsteden met gemetselde gewelven erboven en daartussen
de goed gevulde spinde. De ene bedstede is opgemaakt in oude Bruse stijl,
met het blauw en wit geruite sloop en de rood en zwart gestikte deken.
De echte houten "kribbe" hangt nog in de bedstede. Het hoogtepunt van de
ze kamer is wel de prachtige collectie sieraden, in bruikleen afgestaan
door de heer J.de Bree (met medewerking van de heer M.P.de Bruin), ge
ëxposeerd in de tweede bedstede en wel op zwart fluweel, met een zeer
fraaie verlichting, die de flonkerende stenen goed doet uitkomen. Verder
is deze kamer ingericht met oude meubels en een sleekachel, waarbij een
echtpaar in Bruse dracht aan de tafel zit en de oude sfeer goed weergeeft.
De rechter voorkamer wordt bijna geheel in beslag genomen door de unieke
meekrap-verzameling van de heer C.J.Keur te 1s-GravenhageDeze collectie,
die terecht de bijzondere belangstelling geniet van het Openluchtmuseum te
Arnhem, bevat vrijwel alles wat met de meekrapteelt, - bereiding en - han
del te maken heeft. Wij zien er de verschillende soorten meekrap, de z.g.
monster-bus en strijker, vele mooie platen van de drie mee (krap) stoven, die
Bruinisse rijk is geweest, schilderijen, geschilderd met meekrapverf, het
kiemenzetten, de plant, de rode wortels, waaruit de verf werd bereid en
zelfs een meekrapploeg uit Bruinisse.
Vele oude prentbriefkaarten, gedeeltelijk afkomstig uit het Documentatie
centrum voor het Zeeuws deltagebied te Middelburg, zorgen voor een zeer
grote belangstelling der bezoekers. Achter in het aangebouwde "zomerhuis"
zien we de fraaie deuren bij de bedsteden met<" de bekende groene gordijnen.
Aan een grote oude tafel zit op een van de "Mechelse" stoeltjes een oud
Bruus vrouwtje in costuum aardappels te schillen. Vermeldenswaard is nog
het achtererf met het bleekveldje, het sttaatje met de oude plavuizen en
de welput. De keuken werd ingericht met rood-aardewerken testen en potten,
een tobbe, een mangel, enz. Het museum is uitsluitend des zomers te be
zichtigen na mondelinge of telefonische aanvrage ter gemeentesecretarie,
gevestigd in het raadhuis aan de Molenstraat 2Zf, tel. 01113 - 251 en 252.
SCHOÜWEN-DÜIVELAND OMSTREEKS 1910
(I)
In 1908 bestond de vereniging, dieswij nu nog plegen te noemen bij haar oude,
oorspronkelijke naam, de A.N.W.B. vijfentwintig jaar. Ter viering van
dit jubileum werd besloten een boekwerk uit te geven onder de titel "Ons
Eigen Land", dat beoogde in woord en beeld een overzicht te geven van het
toen nog vrijwel overal ongeschonden stands-, dorps- en landschapsschoon
van Nederland, dat in die tijd aan vele Nederlanders nog niet of nauwelijks
bekend was. Het verscheen in de jaren 1908 tot 1911 in vier kloeke delem
in oblong formaat. In het laatste deel wordt in het eerste stuk een be
schrijving gegeven van "Ons Delta-land" en wel door een zekere G.F.Haspels.
De A.N.W.B. kon mij geen nadere inlichtingen (meer) over hem verschaffen,
maar wij kunnen hem het best aanduiden met de moderne naam free lance-jour
nalist. Het deel begint met een reis per boot van Nijmegen naar Rotterdam
en daarna komen de verschillende Zuidhollendse eilanden aan de beurt. Van
Goeree af en meor in het bijzonder uit de haven van Ouddorp, waagde de heer
Haspels, die zijn fiets bij zich had, de oversteek naar Schouwen aan boord
van de O.D. 2/+. Hij kwam, zoals wij aanstonds zullen zien, aan te Brouwers
haven: van dammes, die Flakkee met Duiveland en Goeree met Schouwen zouden
verbinden, droomde zestig jaar geleden nog niemand: Goeree-Overflakkee en
Schouwen-Duiveland waren nog "echte" eilanden en wie van het ene eiland
naar het andere wilde gaan, moest van een veerboot of van een schip ge
bruik maken.